A1C - 5/11/2021 leesvaardigheid H1

Wat gaan we doen?
- Terugkoppeling van opdracht 3 - blz. 85 (woordraadstrategie: zoek een voorbeeld) 

- Theorie: bepalen van het onderwerp en deelonderwerpen

- Maken en bespreken opdracht 4 - blz. 46
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
- Terugkoppeling van opdracht 3 - blz. 85 (woordraadstrategie: zoek een voorbeeld) 

- Theorie: bepalen van het onderwerp en deelonderwerpen

- Maken en bespreken opdracht 4 - blz. 46

Slide 1 - Slide

Uitwerking H3 - woordenschat - opdr. 3 - blz. 85
8. figuurlijk voorbeeld: ‘bal gehakt’; ‘de bal is rond’
betekenis: niet-letterlijk; iets anders betekenend dan wat er letterlijk staat; bij wijze van spreken

9. zegswijzen voorbeeld: Wie kaatst, moet de bal verwachten.
betekenis: vaste uitdrukking; gezegde; spreekwoord

10. homoniemen voorbeeld: arm, jacht, kussen
 betekenis: woorden met meerdere betekenissen



Slide 2 - Slide

Uitwerking H3 - woordenschat - opdr. 3 - blz. 85
11. oorsprong voorbeeld: ‘kater’ (mannetjeskat) komt waarschijnlijk uit Egypte
betekenis: waar iets vandaan komt; bron; punt van waaruit iets begint 

12. woordspeling voorbeeld: Niets is linker dan voor eigen rechter spelen.
betekenis: het opzettelijk verwisselen van twee betekenissen van een woord om een grappig effect te bereiken

Slide 3 - Slide

Doel van deze les:

Bepalen van het onderwerp en deelonderwerpen




Slide 4 - Slide

Hoe bepaal je het onderwerp van een tekst?
Elke tekst gaat ergens over; dat is het onderwerp

Je leest de tekst oriënterend. Het onderwerp vind je door te kijken naar: 
  • naar de titel
  • illustraties
  • tussenkopjes en
  • anders gedrukte woorden

Slide 5 - Slide

Hoe bepaal je de deelonderwerpen van een tekst?
Een tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en een slot

In het middenstuk (kern) worden verschillende delen van het onderwerp besproken:
  • soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea
  • soms vormen meerdere alinea's samen een deelonderwerp. -> Dan staan er vaak tussenkopjes boven de tekst.

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag:
Maken opdracht 4 - blz. 46. (12 min) 

klassikaal bespreken.
timer
12:00

Slide 7 - Slide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 46
1. De tekst gaat over dinosaurussen.
2. De eerste alinea; dit is een samenvatting van de hele tekst.
3. a. verschijnen
b. van groot belang
c. waarvan je je goed een voorstelling kunt maken
d. indrukwekkend
e. botten of huiden op de juiste wijze bewaren
f. verband
g. afzetting van materiaal door wind, water of ijs

Slide 8 - Slide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 46
4a. ‘Buiten Noord-Amerika’ moet boven alinea 8 en 9
b. ‘Geen dino van de plank’ moet in ieder geval boven alinea 4. Omdat alinea 3 en 4 bij elkaar horen, hoort het kopje boven alinea 3 en 4. 
c. ‘Opgravingen’ hoort boven alinea 5, 6 en 7.
5. Je moet hiervoor de eerste zin lezen. 
6. Je moet hiervoor de eerste zin lezen.
7. Je moet hiervoor de eerste zin lezen.
8. A - conclusie


Slide 9 - Slide

Hoe bepaal je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst?

Door oriënterend en globaal te lezen

Slide 10 - Slide