What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
7.2 Toonhoogte en 7.3 Geluidssterkte
7.2 Toonhoogte en Frequentie
7.3 Geluidssterkte
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
7.2 Toonhoogte en Frequentie
7.3 Geluidssterkte
Slide 1 - Slide
Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar
Slide 2 - Quiz
De oscilloscoop
Met een oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Hard geluid
het witte pijltje (amplitude) geeft aan hoe hard een geluid is
de toonhoogte van beide geluiden zijn gelijk
Slide 5 - Slide
= hard geluid
= zacht geluid
Slide 6 - Slide
Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter
Slide 7 - Quiz
Trillingsdiagram
1
2
3
Een trilling is een zich
herhalende beweging rond
een evenwichtstand
De amplitude is de grootste
uitwijking ten opzichte van
de evenwichtsstand.
Bij geluid bepaalt de amplitude het volume.
Grote amplitude = hard geluid
De tijd voor één hele trilling
is de trillingstijd.
Bij geluid bepaalt de trillingstijd de hoogte van de toon.
Kleine trillingstijd = hoge toon
Slide 8 - Slide
Hoeveel trillingen staan er op dit osciloscoopscherm?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid
Slide 10 - Quiz
Hoe kleiner de ampiltude, hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter
Slide 11 - Quiz
A
Het geluid wordt hoger
B
Het geluid wordt harder
C
Het geluid wordt lager
D
Het geluid wordt zachter
Slide 12 - Quiz
Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid
Slide 13 - Quiz
Trillingstijd en frequentie
Bij geluidstrillingen spreken we meestal niet over de trillingstijd.
Liever hebben we het over de frequentie.
De frequentie is het aantal trillingen dat
past in één
seconde.
De eenheid die we dan gebruiken is Hertz
(afgekort Hz = per seconde)
Slide 14 - Slide
De geluidssterkte
Om de geluidssterkte te bepalen, kijk je naar de amplitude van een golf. Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid.
Je kan dit ook meten met een decibelmeter. Deze geeft je dan de geluidssterkte (
grootheid
) in de decibel (
eenheid
)
Slide 15 - Slide
Hoe hard klinkt geluid?
Geluidssterkte noem je
vaak het
volume
.
De geluidssterkte meet
je in
decibel
(dB).
Geluidssterkte meet je met een
decibelmeter
.
Slide 16 - Slide
Geluidssterkte
Eenheid waarin geluidssterkte gemeten wordt: decibel
Wordt gemeten met een decibelmeter
meer dan 90 dB = schadelijk voor je gehoor
Slide 17 - Slide
Harder/zachter
Bij 2x harder geluid, wordt de geluidssterkte 3 dB hoger.
Bij 2x zachter geluid, wordt de geluidssterkte 3 dB lager.
1 hond = 70 dB 2 honden = 73 dB 4 honden = 76 dB
Slide 18 - Slide
Als een geluid van 93 dB twee keer zo hard wordt, hoeveel dB heb je dan?
A
186
B
189
C
100
D
96
Slide 19 - Quiz
De ________ van een trilling geeft aan hoe ________ het geluid is. De eenheid van geluidssterkte is __________
De hoeveelheid trillingen geven de _________ aan. De eenheid hiervan is _________.
_________ is de tijd die nodig is om een hele golf te maken in _________
Trillingstijd
Decibel
Hard/zacht
Hertz
Amplitude
Frequentie
Seconde
Slide 20 - Drag question
EVEN OEFENEN
Slide 21 - Slide
Hoeveel geluidstrillingen tel je hier?
A
3
B
1,5
C
2
D
2,5
Slide 22 - Quiz
Welke formule gebruik je voor het berekenen van de afstand?
A
v = s * t
B
s = v * t
C
t = s * v
D
s = v/t
Slide 23 - Quiz
Wat is de formule voor de tijd?
A
t = s/v
B
t = s * t
C
t = v/s
Slide 24 - Quiz
Iemand toetert op 680 meter afstand van jou vandaan. Hoelang duurt het voor het geluid bij jou is?
Slide 25 - Open question
Welke zin is waar?
A
Hoe langer de snaar, hoe lager de toon.
B
Hoe langer de snaar, hoe hoger de toon.
Slide 26 - Quiz
Welke zin is waar?
A
Hoe dikker de snaar, hoe lager de toon.
B
Hoe dikker de snaar, hoe hoger de toon.
Slide 27 - Quiz
Een frequentie van 128 Hz betekent dat de benen van de stemvork ... keer per seconde bewegen.
Slide 28 - Open question
Een toon met een frequentie van 300 Hz is hoger dan een toon met een frequentie van 100 Hz.
Waar
Niet waar
Slide 29 - Poll
Welke van de 3 plaatjes laat de hoogste toon zien?
A
De linker
B
De rechter
C
De middelste
D
Ze laten alle drie dezelfde toon zien.
Slide 30 - Quiz
Welke van de 3 plaatjes laat de laagste toon zien?
A
De linker
B
De rechter
C
De middelste
D
Ze laten alle drie dezelfde toon zien.
Slide 31 - Quiz
More lessons like this
7.2 Toonhoogte en 7.3 Geluidssterkte
June 2023
- Lesson with
20 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
les 4
June 2022
- Lesson with
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
6.3 Geluidsterkte
April 2021
- Lesson with
32 slides
nask
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
6.3 Geluidsterkte
April 2021
- Lesson with
32 slides
nask
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.3 Geluidssterkte
May 2021
- Lesson with
15 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
8.3 Geluidsterkte
June 2024
- Lesson with
20 slides
nask
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Herhalen H6
March 2021
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.3 Geluidsterkte
March 2023
- Lesson with
20 slides
nask
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2