H5 rekenen Herhaling

• Economie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Rekenen herhaling 

* Brutowinstopslag

* Omzet, brutowinst, nettoresultaat

* Verkoopprijs en consumentenprijs

* Basisrekenen

Leerdoelen

• Ik kan de brutowinstopslag omzetten in een bedrag en vervolgens de verkoopprijs berekenen. 

Inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs 

€	inkoopprijs		brutowinstopslag
%	100%

Ik koop telefoonhoesjes in voor €2,-. Ik wil een brutowinst op de telefoonhoesjes van €9,-. Voor hoeveel euro moet ik de telefoonhoesjes verkopen?

Ik koop telefoonhoesjes in voor €6,-. Ik wil een brutowinstopslag op de telefoonhoesjes van 75%.
- bereken de brutowinst in euro's
- bereken de verkoopprijs

Ik kan de brutowinstopslag omzetten in een bedrag en vervolgens de verkoopprijs berekenen.

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen

• Ik kan de omzet berekenen.
  
• Ik kan de inkoopwaarde van de omzet berekenen.
• Ik kan de brutowinst berekenen.
• Ik kan het nettoresultaat berekenen.

afzet x verkoopprijs = omzet

Ik heb 500 tassen verkocht. De verkoopprijs is 50 euro per stuk. Bereken de omzet.

Ik kan de omzet berekenen

1. Ja
2. Nee

afzet x inkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet 

Ik heb 500 tassen verkocht. De inkoopprijs is 20 euro per stuk. Bereken de inkoopwaarde van de omzet.

Ik kan de inkoopwaarde van de omzet berekenen

1. Ja
2. Nee

afzet x verkoopprijs = omzet

afzet x inkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet 

                                       Brutowinst

Ik heb 500 tassen verkocht. De verkoopprijs is 50 euro per stuk.
De omzet is 50 x 500 = 25.000
De inkoopprijs is 20 euro per stuk. De inkoopwaarde is 20 x 500 = 10.000.
Bereken de brutowinst.

Ik heb 40 ijsjes verkocht. De verkoopprijs is 2 euro per stuk.
De inkoopprijs is 0,50 euro per stuk.
Bereken de brutowinst.

Ik kan de brutowinst berekenen.

1. Ja
2. Nee

afzet x verkoopprijs = omzet

afzet x inkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet 

                                       Brutowinst

                                       Bedrijfskosten 

                                       Nettoresultaat  

De brutowinst op ijsjes is 60 euro. Ik heb nog 40 euro aan bedrijfskosten.
Bereken het nettoresultaat

Ik kan het nettoresultaat berekenen.

1. Ja
2. Nee

De omzet van winkel X is €300.
De inkoopwaarde van de omzet is €50.
De bedrijfskosten zijn €70.
Bereken het nettoresultaat

Ik kan de omzet, de inkoopwaarde van de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat berekenen.

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen

• Ik kan het btw percentage uitrekenen over de verkoopprijs en vervolgens de consumentenprijs berekenen.
• Ik kan het btw percentage uitrekenen over de consumentenprijs en vervolgens de verkoopprijs berekenen. 

€	verkoopprijs exclusief btw	btw	Consumentenprijs inclusief btw
%	100%	9% 21%	109% 121%

De verkoopprijs van een jurk is €80.
Het btw-percentage is 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Ik kan het btw percentage uitrekenen over de verkoopprijs en vervolgens de consumentenprijs berekenen.

1. Ja
2. Nee

De consumentenprijs van een PS4 is €450.
Het btw-percentage is 21%.
Bereken de verkoopprijs.

Ik kan het btw percentage uitrekenen over de consumentenprijs en vervolgens de verkoopprijs berekenen.

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen

• Ik kan een percentage omzetten in een aantal.
• Ik kan een aantal omzetten in een percentage.
• Ik kan een procentueel verschil berekenen.  

Van percentage naar aantal

15% van 250

Totaal :  100 x percentage =

250 :  100 x 15 = 

A	250
%	100		15

40% van 690

Ik kan een percentage omzetten in een aantal.

1. Ja
2. Nee

Van aantal naar percentage

€40 van €320

deel : geheel x 100 =

40 :  320 x 100 = 

€	320		40
%	100		??

€15 van €90,-

Ik kan een aantal omzetten in een percentage.

1. Ja
2. Nee

Procentueel verschil 

Eerst kostte een PS4 €450.

Nu kost de PS4 €390.

Bereken met hoeveel procent de prijs is gedaald. 

(nieuw - oud) : oud x 100 = 

Prijs 1 bolletje ijs eerst €2,-
Nu kost 1 bolletje ijs €2,25.
Met hoeveel procent is de prijs gestegen?

Ik kan een procentueel verschil berekenen.

1. Ja
2. Nee