H3 3D les 1 en 2

H3 les 1 en 2
H3   En route!
Départ imminent!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 les 1 en 2
H3   En route!
Départ imminent!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Les langues officielles
du Maroc
A
l'arabe et le français
B
l'arabe et le berbère
C
l'arabe , le français et le berbère
D
l'arabe

Slide 3 - Quiz

Quelle est la capitale du Maroc?

Slide 4 - Open question

Hoelang duurt een vlucht naar Tanger (Noord Marokko)
A
6.15 uur
B
5uur
C
3.15uur
D
8uur

Slide 5 - Quiz

Kijk naar de video

Wat maakt Marokko zo aantrekkelijk voor een toerist? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Le Maroc
  • Het klimaat  (warmer dan in Nederland)
  • De verschillende mooie landschappen: de kust, de stranden, de steden, de bergen en  het woestijn
  • De cultuur: "uit je comfort zone" gaan en toch heel dichtbij
  • Het eten
  • De mensen zijn heel gastvrij

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Objectifs chapitre 3 
  • Jezelf redden op reis
  • Vervoer en accommodatie kunnen reserveren
  • Vertellen wat je graag op reis wil gaan doen
  • Daarna kunnen vertellen over je reis.
voyager

Slide 10 - Slide

chapitre 3 - Les 1 en 2
Dit hoofdstuk ga je grotendeels zelfstandig maken.
Zorg dat je altijd je oortjes bij je hebt 
Zorg dat je laptop opgeladen is (en dat je je oplader bij je hebt)
Alles wat je moet doen staat hier op deze Lesson Up.

  • Intro in je boek
  • Bron A en Bron B  opdrachten op GL (planning)
  • Opdracht les moyens de transport hieronder

Slide 11 - Slide

Programme week 4:     blz. 94/95  INTRO IN JE BOEK

Intro : kijk naar de video en beantwoord de vragen
            - Hoeveel weken vakantie heeft een Franse scholier
             -Wat is une colonie de vacances? 

Maak ex 2 gebruik internet

Maak ex 3 : schrijf de Franse woorden onder de plaatjes 
            

Slide 12 - Slide

Bron A
Vocabulaire A p. 124
Markeer de 5 werkoorden op -ER
Markeer de 3 werkwoorden op -RE
Maak de opdrachten van Bron A online (zie Planning)

Slide 13 - Slide

Bron B
Vocabulaire B p. 124
Markeer 1 werkwoord op -ER

Maak de opdrachten van Bron B online (zie Planning)

Slide 14 - Slide

les moyens de transport
1. Kijk naar de volgende dia en schrijf de vertalingen van de vervoermiddelen in je schrift
Ik reis met......

2. Wanner gebruik je het voorzetstel -en- en wanneer -à-
Kan je de regel raden?

Slide 15 - Slide

les moyens de transport
Je voyage...........

  • en voiture
  • en bus
  • en train (en T.G.V.) Train Grande Vitesse
  • en avion
  • en bateau (de croisière)
  • à vélo ( à v.t.t.)
  • à moto 

Slide 16 - Slide

devoirs
Voor de eerste les van volgende week

- je hebt alle opdrachten gemaakt
- je hebt de vocabulaire geleerd

Slide 17 - Slide

Au revoir! 

Slide 18 - Slide