1hv werkwoordspelling les 4

Welkom 1hv
Boek blz. 192
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 1hv
Boek blz. 192

Slide 1 - Slide

Zijn er nog vragen over de theorie/het huiswerk van de vorige les?

Slide 2 - Open question

Deze les leren we...
-  wat zwakke en sterke werkwoorden zijn
- hoe we de persoonsvorm in de verleden tijd moeten vervoegen

Slide 3 - Slide

Sterke en zwakke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterk: Zwemmen -> zwom
Kunnen -> kon

Zwak: fietsen ->  fietste(n)
praten -> praatte(n)


Slide 5 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 8 - Slide

Stappenplan pv v.t. (aantekening)
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Wat is de laatste letter van de stam?
3. Is het +te of + de
4. Staat het onderwerp in het meervoud? Dan nog +n
5. Schrijf de ik-vorm op + te(n) of + de(n)
Gisteren (verhuizen)... we de laatste spullen.

Slide 9 - Slide

Hoe zit het met Engelse werkwoorden?
- We doen net of het Nederlandse werkwoorden zijn en luisteren naar de laatste klank. 

Voorbeeld: Finishen, scoren 
-> Finish, scoor

Slide 10 - Slide

Oefenen met quizvragen

Slide 11 - Slide

Schrijf de pv in de v.t.
De deelnemers (betalen)... hun inschrijfgeld niet.

Slide 12 - Open question

Schrijf de pv in de v.t.
Ze (vinden) .... skeelers op straat.

Slide 13 - Open question

Schrijf de pv in de v.t.
De patrouille (inspecteren)... het afgelegen gebied.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide