Excel module: Weerdeskundige - Basis functies en formules

Excel
Module 
'Leer werken met Excel'
Deel 2: Basisfuncties en formules
1 / 14
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Excel
Module 
'Leer werken met Excel'
Deel 2: Basisfuncties en formules

Slide 1 - Slide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Welkom bij deel 2 van de module ‘Excel’ waarin je leert werken met Excel. In dit deel zullen we verder ingaan op het gebruik van Excel voor rekenwerk. Hiervoor zullen we langs verschillende formules en functies lopen en kijken naar toepassingen. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je
  • in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven,
  • zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  • een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt,
  • uitleggen dat validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid op verschillende momenten in je onderzoek een belangrijke rol spelen en
  • de weg vinden naar andere e-learnings die je verder helpen met verschillende stappen van de onderzoeks- en ontwerpcyclus.





Leerdoelen
Na afloop van deel 2 van deze module kan je:

  • Standaard rekensommen oplossen door gebruik te maken van Excel
  • problemen oplossen door gebruik te maken van functies

Slide 3 - Slide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Met Excel kan je optellen (+), aftrekken (-), vermenigvuldigen (*) en delen (/) in Excel zonder gebruik te maken van functies. Elke formule begint met een = teken.
De functies waar je mee kennis gaat maken zijn:

Rekenen met Excel
Optellen
Ga op een cel staan, waarin je je antwoord wilt krijgen v.b. D1, typ hierin ‘=C1+C2’ en klik op Enter

Aftrekken
Ga op een cel staan, waarin je je antwoord wilt krijgen v.b. D1, typ hierin ‘=C1-C2’ en klik op Enter


Vermenigvuldigen
Ga op een cel staan, waarin je je antwoord wilt krijgen v.b. D1, typ hierin ‘=C1*C2’ en klik op Enter

Delen
Ga op een cel staan, waarin je je antwoord wilt krijgen v.b. D1, typ hierin ‘=C1/C2’ en klik op Enter

I.p.v. In de cel ‘C1’ te typen kan je er ook voor kiezen op de cel te drukken. Hiermee selecteer je de cel en wordt deze automatisch ingevuld in de som. Dit is ook behandeld onder ‘Auto fill’ in deel 1.

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Alle informatie die zojuist is besproken gaan jij nu zelf in praktijk brengen d.m.v. opdrachten

Open op de site het document 'Weerdeskundige' en maak opdracht 2.1 en 2.2



Kom je er niet helemaal uit? Hier zijn een paar tips!
Tip!
Tip!
Tip!

Slide 5 - Slide

Alles gelukt?
Als het goed is zijn opdracht 2.1 en 2.2 afgerond.

Is het allemaal gelukt? Klik dat op het bestand '' op de site en controleer je antwoorden!


Slide 6 - Slide

Om het rekenen nog makkelijker te maken bevat Excel enige basisfuncties. De basisfuncties die je in dit deel zal leren zijn:

  • Som
  • Gemiddelde
  • Maximum
  • Minimum
Basisfuncties

Slide 7 - Slide

Je kan gebruik maken van een formule om meerdere cellen bij elkaar op te tellen. Excel berekend dus de SOM van cel A1 tot en met A10. De dubbele heeft als betekenis, tot en met. Als je de functie vertaal naar woorden staat er eigenlijk ‘De som (dus optellen) van alle getallen van cel A1 tot en met cel A10’.

= SOM(A1:A10) betekent dus hetzelfde als 1+2+3+4+5+6+7+8+9+10=55
Som

Slide 8 - Slide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
De functies voor het berekenen van het gemiddelde, maximum en minimum werken op dezelfde manier. Het enige verschil is het hulpwoord dat je aan Excel biedt. Opnieuw selecteer je de gewenste cellen door vb. A1:A10.
Gemiddelde, maximum en minimum
Voor gemiddelde geld dat:
= GEMIDDELDE(A1:A10)
Je kunt deze functie gebruiken om van meerdere cellen het gemiddelde uit te rekenen.

Voor maximum geld dat:
= MAX(A1:A1)
Met deze functie kun je de maximumwaarde van meerdere cellen bepalen

Voor minimum geldt dat:
=MIN(A1:A10)
Met deze functie kun je de minimumwaarde van meerdere cellen bepalen

Slide 9 - Slide

opdrachten
weerdeskunidge opdracht 3.1 tot en met 3.5

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Alle informatie die zojuist is besproken gaan jij nu zelf in praktijk brengen d.m.v. opdrachten

Open op de site het document 'Weerdeskundige' en maak opdracht 3.1 tot en met 3.5



Kom je er niet helemaal uit? Hier zijn een paar tips!
Tip!
Tip!
Tip!

Slide 11 - Slide

Alles gelukt?
Als het goed is zijn opdracht 3.1 tot en met 3.5 afgerond.

Is het allemaal gelukt? Klik dat op het bestand 'Weerdeskunidge' op de site en controleer je antwoorden!


Slide 12 - Slide

Wat heb je geleerd?
In dit deel van de module heb je kennis gemaakt met rekenen met Excel. Je bent verschillende functies en formules langsgegaan en kan deze toepassen in de opdrachten. Als het goed is kan je:
 
  • Rekenen in een Excel bestand door gebruik te maken van voorgeschreven Functie en Formules.
  • Weet je waar een : voor staat in een functie.

Slide 13 - Slide

Deel 2 klaar!
Je hebt je werkzaamheden als weerdeskundige met succes afgerond! In de volgende delen zal je verder gaan als operatieplanner in een academisch ziekenhuis. Zie we je daar weer?

Slide 14 - Slide