Deugdethiek

Deugdethiek

Deugd
ethiek
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deugdethiek

Deugd
ethiek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen.
  • Theorie
  • Opdracht
  • Evalueren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Je weet wie de grondlegger van de deugdethiek is.
  • Je bent instaat om de inhoud van de deugdethiek te benoemen en uit te leggen.
  • Je kunt uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aristoteles 
(384 – 322 v. Chr.)


Filosoof.

Wat is deugdethiek?

Slide 4 - Slide

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek. Een Oude Griekse filosoof en Aristoteles verdedigde deze visie. Zijn versie van de deugdenethiek staat hier dus centraal. De deugdenethiek van Aristoteles biedt geen methode of procedure waarmee een jezelf moet bepalen wat je moet kiezen. Een deugdenethiek biedt inhoudelijke lessen over hoe je zou moeten leven of zijn. Mensen hebben in de loop van hun leven een karakter ontwikkeld, waarin bepaalde gewoonten en gebruiken zich hebben vastgezet, en deze zorgen dat zij op een specifiek moment tot een bepaald soort handelen zijn geneigd. De keuze voor een handeling kan dus ook nooit apart worden bekeken, maar is altijd onderdeel van een reeks van keuzes die een persoon daarvoor al heeft gemaakt.  De deugdetiek gaat er niet vanuit je alleen met ethiek te maken hebt op het moment dat je voor een moeilijk besluit staat: alle beslissingen hebben een ethische dimensie. Een morele mens is volgens de deugdenethiek iemand die zich bij alle keuzes voortdurend afvraagt: wat voor persoon word ik als ik mij hieraan verbind in dit type activiteit? Wat voor vermogens ontwikkel ik als ik relaties aanga met deze personen? Wat is de kwaliteit die ik ontwikkel in deze context? En stellen die mij in staat om een degelijk mens te zijn?De deugdenethiek wordt om deze reden vaak voorgesteld als een ethiek die niet vraagt ‘hoe moet ik handelen?’, zoals de meeste andere ethici doen, maar: ‘hoe moet ik leven?’ of ‘hoe moet ik zijn?’

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Kenmerken van een dilemma 
Dilemma
Ethische dilemma

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voor welk dilemma heb jij wel eens gestaan?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waardoor worden deugden ontwikkeld?
A
Onderwijs
B
Opvoeding
C
Oefening
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken van deugdethiek
Goede karaktereigenschappen.
Ontwikkelen van deze karaktereigenschappen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kardinale deugden


De meest belangrijke deugden.



  • Maat
  • Moed
  • Verstandigheid
  • Rechtvaardigheid

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De kerk heeft er later 3 deugden aan toegevoegd. Welke 3?
A
Geloof, hoop en liefde
B
Bidden, bijbel lezen en naar de kerk gaan.
C
Rust, reinheid en regelmaat
D
Vasten, tienden geven en sober leven.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De Kerk
heeft later er aan toegevoegd:

Geloof, hoop en liefde.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Doel van de deugden
 Je blijft altijd in het  midden  tussen twee excessen. 

Bijv. moed is het midden tussen lafheid en onbezonnenheid.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Welke deugd vind jij belangrijk?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Koppeling richting beroepsethiek
Beroepsethiek in de zorg.
Beroepscode

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Deugd
Moedig in de zorg

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?
A
Gierigheid/gulheid
B
over de balk smijten/ gierigheid
C
Rechtvaardigheid/ gulheid
D
Noodzaak/ over de balk smijten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Moed is een deugd tussen twee extremen. Welke twee extremen zijn dat'?
A
verlegenheid/ bluf
B
Roekeloosheid/ verlegenheid
C
Lafheid/roekeloosheid
D
Bluf/ lafheid

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Lees de casus goed door.
Maak vervolgens een "happertje"

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zijn de leerdoelen behaald?

  • Je weet wie de grondlegger van de deugdethiek is.
  • Je bent instaat om de inhoud van de deugdethiek te benoemen en uit te leggen.
  • Je kunt uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions