Deugdethiek

Deugdethiek
Les 7
1 / 29
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deugdethiek
Les 7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Terugblik 5 min
Deugdethiek (herhaling)10 min
Opdrachten maken (15 min)
Bespreken (15 min)
Evaluatie en afsluiting (5 min



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat deugdethiek inhoud
  • Ik kan de theorie van de deugdethiek toepassen op verschillende casussen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aristoteles 
(384 – 322 v. Chr.)


  • Filosoof.
  • Leerling van Plato.
  • Deugdethiek 
  • Oudste ethiek?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Goed leven - volgens Aristoteles


Als je deugden bezit, ben je een goed mens
Een goed mens doet automatisch goede dingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Deugdethiek


  • Niet wat moet ik doen, maar hoe moet ik leven?
  • Geen morele regels maar een houding die je kan ontwikkelen 
  • Het ontwikkelen van deugden (karaktereigenschappen)
  • Belangrijk: voorbeelden om van te leren
  • Wat goed is, verschilt per situatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Deugdethiek
Deugd: goede karaktereigenschap die het midden vormt tussen twee uitersten. 
Bijv:

Moed
lafheid
overmoed
ondeugd (tekort)
ondeugd (teveel)
deugd (midden)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

laf <doorzettingsvermogen > hardnekkigheid
Opdracht (samen werken)
Maak lesopdracht 4
Tijdsduur 15 min

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voetbal en deugdethiek

  • Geen vaste regels volgen maar een houding die je ontwikkelt 
  • Oefenen is belangrijk
  • voorbeelden zijn belangrijk 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Deugdethiek
Hoe bepaal je wat je volgens de deugdethiek moet doen?

  • bepaal welke deugden er van belang zijn
  • maak een afweging tussen deze deugden
  • deugdelijk handelen moet je oefenen!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Deugdethiek
Voorbeeld: moet ik leren voor een toets of naar het feestje van een vriend gaan waar ik voor ben uitgenodigd?

- deugden: trouw/loyaal zijn in vriendschap, verstandigheid, zelfdiscipline
- een deugdzaam persoon zou een afweging maken tussen die deugden en proberen beide deugden uit te oefenen.

Dus...(verschillende mogelijkheden)
nu leren en later naar het feestje, naar het feestje en daarna leren, afzeggen maar een extra groot cadeau kopen, ....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is een deugd?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Welke deugd praktiseer jij?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Aristoteles vindt dat de mens..
A
...net als planten van nature gericht zijn op het 'goede'.
B
...vanzelf al perfect is.
C
...een zuinig leven moet leiden.
D
...geordend is en goed maat kan houden.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

We hebben volgens Aristoteles ethiek nodig omdat...
A
...er anders oorlog ontstaat tussen iedereen.
B
...we matigheid moeten leren toepassen.
C
...mensen van nature gebruik maken van de ratio.
D
...de mens emotioneel met zichzelf in de knoop zit.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

-> Het redelijke midden <-
Deugd is een karakterhouding om een weloverwogen keuze te maken, gelegen in een midden in relatie tot ons, dat bepaald is door een rationeel beginsel, en wel op de manier zoals de mens met praktisch inzicht dat zou bepalen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Doel: 
gelukkig worden.

Belangrijkste vraag: 
Wat voor mens wil ik zijn?

          Zelfontplooiing.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.

  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) 
  • Een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maar... Wat is het goede?


Praktische wijsheid                        (phronesis)

  • Het praktisch verstand komt met de jaren.

    Slide 21 - Slide

    This item has no instructions

    2 soorten deugden
    Intellectuele deugden
    (slimheid, verstandigheid, wijsheid, inzicht).

    Praktische deugden 
    (gulheid, ijverigheid, vriendelijkheid, moed).

    Slide 22 - Slide

    This item has no instructions

    Kardinale deugden


    De meest belangrijke deugden.



    • Maat
    • moed
    • verstandigheid
    • rechtvaardigheid

    Slide 23 - Slide

    This item has no instructions

    Doel van de deugden
     Je blijft altijd in het  midden  tussen twee excessen. 

    Bijv. moed is het midden tussen lafheid en onbezonnenheid.

    Slide 24 - Slide

    This item has no instructions

    Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?
    A
    Gierigheid/gulheid
    B
    over de balk smijten/ gierigheid
    C
    Rechtvaardigheid/ gulheid
    D
    Noodzaak/ over de balk smijten

    Slide 25 - Quiz

    This item has no instructions

    Moed is een deugd tussen twee extremen. Welke twee extremen zijn dat'?
    A
    verlegenheid/ bluf
    B
    Roekeloosheid/ verlegenheid
    C
    Lafheid/roekeloosheid
    D
    Bluf/ lafheid

    Slide 26 - Quiz

    This item has no instructions

    Doel van de deugden
     Je blijft altijd in het  midden  tussen twee uitersten. 

    Bijv. moed is het midden tussen lafheid en onbezonnenheid.

    Slide 27 - Slide

    This item has no instructions

    Deugden
    • Karakter= eigenschappen die hetzelfde blijven op lang termijn
    • Een goede eigenschap die niet veranderd
    • Niet aangeboren, maar aangeleerd
    • Wat is een voorbeeld van een deugd?
    • Deugdzame personen: sterke persoonlijkheid

    Slide 28 - Slide

    This item has no instructions

    Aristoteles
    • (384-322 v.C.)
    • Een deugd heeft twee uitersten
    • De middenweg is het best
    • Wat zijn voorbeelden van deugden en uitersten?

    Slide 29 - Slide

    Bijv. Laf -- Moed -- roekeloos
    onzeker -- zelfverzekerd -- arrogant
    gierig -- vrijgevend -- verkwistend
    bescheiden -- trots -- verwaand
    lui -- hardwerkend -- overspannen/work-a-holic