What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
12 mei - alinea's en kernzinnen
Welkom!
Meer dan lezen - Alinea's en kernzinnen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Meer dan lezen - Alinea's en kernzinnen
Slide 1 - Slide
Een alinea bestaat uit... er kunnen meerdere antwoorden correct zijn!
A
Meerdere kernzinnen.
B
Een kernzin, aangevuld met voorbeelden.
C
Een kernzin, aangevuld met meer uitleg.
D
Een kernzin in het midden van een alinea.
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Video
Wat is een kernzin?
Slide 4 - Open question
Kernzinnen
Een tekst is opgebouwd uit alinea's
Een goede alinea bevat 1 hoofdgedachte, die in een zin geformuleerd is->
de kernzin
kernzin-> vaak de eerste, tweede of laatste zin van de alinea
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Oefening leesvaardigheid
Je krijgt een fragment uit de Amerikaanse comedyserie
Friends
te zien. Wat valt hieraan op?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Tekst 'Maakt een lachband comedyseries leuker?'
Op de volgende slide vind je een artikel van de Volkskrant.
Lees de tekst. Noteer kernzinnen en andere belangrijke tekstgedeelten.
Welke signaalwoorden herken je?
Welke woorden ken je nog niet?
Tijd: 10 minuten
Maak de vragen zelfstandig.
Slide 9 - Slide
https:
Slide 10 - Link
Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
lachen
B
lachband bij comedyseries
C
humoristische internetfilmpjes
D
de sociale functie van lachen
Slide 11 - Quiz
Welk tekstdoel past het beste bij deze tekst?
A
beschouwen
B
overtuigen
C
activeren
D
uiteenzetten
Slide 12 - Quiz
Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding van deze tekst?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3
D
alinea 1, 2, 3 en 4
Slide 13 - Quiz
Welk type aandachttrekker herken je in alinea 1?
A
anekdote
B
belang voor de lezer
C
voorbeeld
D
aanleiding
Slide 14 - Quiz
Met welke uitdrukking zou je een deel van de informatie uit alinea 1 en 2 kunnen samenvatten?
A
Douglas moest een oogje in het zeil houden
B
Douglas wilde dat de lachband flink aan de prijs zou zijn.
C
Douglas vond dat we geen bakzeil moesten halen.
D
Douglas stond aan het roer van de lachband.
Slide 15 - Quiz
Uit welke alinea('s) bestaat het slot van deze tekst?
A
alinea 6, 7, 8 en 9
B
alinea 7, 8 en 9
C
alinea 8 en 9
D
alinea 9
Slide 16 - Quiz
Wat betekent het woord 'sitcom' (alinea 1)?
Slide 17 - Open question
Wat betekent de uitdrukking 'het heft in eigen hand nemen' (alinea 1)?
A
je ergens tegen verzetten
B
iets negeren
C
de controle/leiding nemen
D
ergens over klagen
Slide 18 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'dus' (alinea 6) aan?
A
tegenstellend
B
opsommend
C
verklarend
D
concluderend
Slide 19 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'ook' (alinea 8) aan?
A
oorzakelijk
B
redengevend
C
opsommend
D
tegenstellend
Slide 20 - Quiz
Lachen is volgens psycholoog Doosje een sociale activiteit. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
Lachen is iets wat je leert tijdens je vroege jeugd.
B
Lachen is iets wat aanstekelijk werkt.
C
Lachen is iets wat je samen doet.
D
Lachen is iets wat in een reflex gebeurt.
Slide 21 - Quiz
Welke bewering(en) over de lachband is/zijn volgens de tekst correct?
A
De lachband werkt lang niet voor iedereen aanstekelijk.
B
Comedyseries mét lachband worden beter gewaardeerd dan series zonder lachband.
C
Alleen al het horen van een lachband kan aanstekelijk werken.
D
Een lachband is vooral functioneel bij niet heel grappige scènes.
Slide 22 - Quiz
Zorgt een 'schreeuwband' ervoor dat kijkers banger worden van enge filmpjes?
A
Ja, de schreeuwgeluiden zorgen ervoor dat kijkers banger worden.
B
Ja, maar vooral als de filmpjes niet heel eng zijn.
C
Nee, kijkers vinden de filmpjes niet enger als ze schreeuwgeluiden horen.
D
Dat is onbekend; onderzoek levert tegenstrijdige resultaten op.
Slide 23 - Quiz
De boodschap in alinea 8 zou vervangen kunnen worden door de volgende uitdrukking...
A
De lachband moet over de brug komen met meer gelach
B
De lachband ligt niet meer goed in de markt.
C
Ik zou nooit met een lachband in zee gaan.
D
De lachband is behoorlijk aan de prijs.
Slide 24 - Quiz
Waarom ligt het voor de hand dat nieuwe comedyseries niet kiezen voor het gebruiken van een lachband?
A
Een lachband past niet bij de huidige generatie tv-kijkers.
B
Een lachband wordt gezien als iets ouderwets.
C
Uit diverse onderzoeken blijkt dat een lachband niet werkt.
D
Een lachband wordt tegenwoordig als ongemakkelijk ervaren.
Slide 25 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Een lachband werkt aanstekelijk en zou door iedere comedyserie gebruikt moeten worden.
B
Een lachband kan aanstekelijk werken, maar wordt tegenwoordig steeds minder vaak gebruikt.
C
Het effect van een lachband is jarenlang zwaar overschat.
D
Comedyseries met lachband zijn minder grappig dan comedyseries zonder lachband.
Slide 26 - Quiz
Maak opdracht opdracht 1, 2 (zonder 2.1 en 2.2) en 4
Slide 27 - Slide
More lessons like this
20190128 leesvaardigheid oefentekst lachband
January 2019
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
leesvaardigheid oefentekst lachband_havo2
May 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
221013_leesvaardigheid oefentekst
October 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Welkom H33 vr 7-10-2024
9 days ago
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Leesvaardigheid: lachband
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
20181122 Leesvaardigheid: lachband
November 2018
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
A3D 2805 leesvaardigheid oefentekst lachband
May 2019
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid oefentekst lachband
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3