§ 5.2 Het huishoudboekje van de overheid.

Lesprogramma
Uitleg §5.2 (20 min.)
Huiswerk: Opdracht 12 t/m 119
Rekenopdracht 5 t/m 9

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesprogramma
Uitleg §5.2 (20 min.)
Huiswerk: Opdracht 12 t/m 119
Rekenopdracht 5 t/m 9

Slide 1 - Slide

Leerdoelen §5.1:
  1. Hoe is de economie in ons land georganiseerd?
  2. Welke invloed heeft de overheid op de economie?
  3. Welke instanties geven aan de overheid advies? 

Slide 2 - Slide

Leerdoel 1:
Hoe is de economie in ons land georganiseerd?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoel 2
Welke invloed heeft de overheid op de economie?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Collectieve goederen
  • Goederen en diensten die van belang zijn voor iedereen, politie leger
  • Overheid wil kwaliteit in eigen hand houden, rechtspraak
  • Het is moeilijk om iedereen er apart voor te laten betalen, straatverlichting
  • Goederen en diensten moeten betaalbaar blijven, onderwijs.

Slide 7 - Slide

Noem nog meer collectieve goederen

Slide 8 - Mind map

Privatiseren
  • Bedrijfsleven kan ook producten leveren die je in de collectieve sector vindt.
  • Bijvoorbeeld particuliere scholen. Ouders moeten er dan veel voor betalen.
  • Soms is het geen overheidstaak meer:
  • Uitbesteden
  • Overdragen aan particuliere sector

Slide 9 - Slide

Noem voorbeelden van privatiseren

Slide 10 - Mind map

Leerdoel 3
Welke instanties geven aan de overheid advies? 

Slide 11 - Slide

Adviesinstellingen:
  • CBS (Centraal Bureau voor de statistiek) 
  • Houd gegevens bij uit het verleden
  • CPB (Centraal Planbureau)
  • Onderzoek wat de economische gevolgen zijn van economische maatregelen.
  • SER (Sociaal economische Raad) 
  • Adviseert over sociaal economische onderwerpen zoals, werkgelegenheid, lonen, uitkeringen, pensioenen.

Slide 12 - Slide

§5.2 Het huishoudboekje van de overheid

Slide 13 - Slide

Leerdoelen §5.2:
  1. Hoe komt de overheid aan geld?
  2. Waar geeft de overheid geld aan uit?
  3. Welke inkomstenbronnen heeft gemeente? 

Slide 14 - Slide

Leerdoel 1 & 2:
Hoe komt de overheid aan geld en waar geeft het geld aan uit?

Slide 15 - Slide

Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 16 - Open question

Noem een belasting die door de overheid wordt geheven?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Komt de overheid tekort of heeft het geld over?

Slide 19 - Open question

Overschot of tekort
Begrotingstekort
Begrotingsoverschot 

Staatsschuld

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Direct of indirect
Direct van jouw inkomen naar de schatkist


Niet direct van jouw inkomen naar de schatkist.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Noem een voorbeeld van een belasting die direct van jouw inkomen naar de schatkist gaat.

Slide 24 - Open question

Noem een voorbeeld van een belasting die niet direct van jouw inkomen naar de schatkist gaat.

Slide 25 - Open question

Leerdoel 3:
Welke inkomstenbronnen heeft gemeente? 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Tot zover

Slide 28 - Slide

Huiswerk
§5.2
Huiswerk: Opdracht 12 t/m 119
Rekenopdracht 5 t/m 9

timer
25:00

Slide 29 - Slide

Terugblik op de les?

Slide 30 - Slide

Wat hebben we besproken deze les?

Slide 31 - Open question

Leerdoelen §5.2:
  1. Hoe komt de overheid aan geld?
  2. Waar geeft de overheid geld aan uit?
  3. Welke inkomstenbronnen heeft gemeente? 

Slide 32 - Slide