Oefen SO H4 paragraaf 4.1 en 4.2

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!

Slide 1 - Slide

Weekplenda
  Week 2
  Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
     H4 §1
     H4 §2
Herhalen H4 §1en§2 

SO H4
 §1en§2
SO bespreken

H4 §3

H4 §4

Herhalen H4 §3en§4 

Rep H4 §1t/m§4 
Rep bespreken

PO
uitleggen

Slide 2 - Slide

De aarde bestaat uit 3 delen. Welke?
A
Kern, magma en Aardkorst
B
Magma, mantel en kern.
C
Mantel, aardkorst en bergen.
D
Kern, mantel en aardkorst.

Slide 3 - Quiz

Geef de betekenis van het begrip subductie.

Slide 4 - Open question

De beweging van aardplaten gaat niet geleidelijk. De spanning in de aardkorst wordt opgebouwd en als die spanning zich ontlaadt, komt er ineens veel energie vrij. Door die plotseling vrijgekomen energie ontstaan:
A
orkanen
B
tsunami's
C
aardbevingen
D
sashimi

Slide 5 - Quiz

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  In Japan komen 2 soorten 
    natuurrampen voor.
2. Hoe dieper je in de aarde komt, hoe 
    koeler het word.
3. Een ander woord voor een aardplaat 
    is een schol.
4. Een oceanische plaat is altijd 
     zwaarder dan een continetale plaat.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 6 - Drag question

Een aardbeving in de bodem van de zee noemen we een:

Slide 7 - Open question

Waardoor kunnen de aardplaten bewegen?
A
Ze drijven op de buitenkern.
B
Door de convectiestromen in de mantel.
C
Door de botsende platen en diens gevolgen.
D
Door subductie.

Slide 8 - Quiz

Wat is een divergente beweging in de aardkorst?
A
Platen bewegen naar elkaar.
B
Platen bewegen uit elkaar.
C
Platen bewegen langs elkaar.
D
Platen bewegen over elkaar.

Slide 9 - Quiz

Welke twee soorten platen botsen er in Japan?
A
Twee aardplaten.
B
Een aardplaat en een continentale plaat.
C
Twee continentale platen.
D
Een oceanische tegen een continentale plaat.

Slide 10 - Quiz

Waar komen meestal zware aardbevingen voor?
Kies de juiste antwoord
A: Bij breuken waar platen uit elkaar schuiven.
B: Bij breuken waar platen langs elkaar schuiven.
C: Bij breuken waar platen botsen.


A
Bij A en C.
B
Bij B en C.
C
Bij A en B.
D
Bij A, B en C.

Slide 11 - Quiz

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Vulkanen en aardbevingen komen 
   voornamelijk voor bij plaatranden.
2. Platen kunnen op vier manieren ten 
    opzichte van elkaar bewegen.
3. Rond de Grote Oceaan komen veel 
    vulkanen en aardbevingen voor.
4. Exogene krachten werken van 
     binnenuit op de aardkorst in.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 12 - Drag question

Sleep de woorden op de juiste plek in de tekening.
zware aardbevingen
mid-oceanische rug
vulkaan

Slide 13 - Drag question

Waar ligt het hypocentrum in de figuur?
A
Bij A.
B
Bij B.
C
Bij de linker pijl.
D
Bij de rechter pijl.

Slide 14 - Quiz

Sleep de woorden naar het juist gekleurde vak:
endogene krachten
exogene krachten
neerslag
aardbeving
lawine
vulkaanuitbarsting
gebergtevorming
orkaan

Slide 15 - Drag question

Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek  in de afbeelding

afnemende snelheid, hogere golf

onderzeese aardbeving (zeebeving)

golven, zeer hoge snelheid, tot 800 km/uur

Slide 16 - Drag question

Noem het begrip dat het beste past bij deze beschrijving: Heet, vloeibaar gesteente dat binnen in de aarde zit.

Slide 17 - Open question

Wat is het verband tussen reliëf en bevolkingsdichtheid in Japan?


Slide 18 - Open question


Waarom is een tsunami op volle zee niet zo gevaarlijk?


Slide 19 - Open question

Waarom is de kans op een natuurramp in Japan zo groot?

Slide 20 - Open question

Wat is de hoofdstad van Japan?
A
Hiroshima
B
Nagasaki
C
Bejing
D
Tokyo

Slide 21 - Quiz

Benoem de juiste onderdelen van deze vulkaan (wat zijn 1, 2 en 3?)

Slide 22 - Open question