Waar komen meestal zware aardbevingen voor? Kies de juiste antwoord A: Bij breuken waar platen uit elkaar schuiven. B: Bij breuken waar platen langs elkaar schuiven. C: Bij breuken waar platen botsen.
A
Bij A en C
B
Bij B en C
C
Bij A en B
D
Bij A, B en C
Slide 13 - Quiz
Waar ligt het hypocentrum in de figuur?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij de linkerpijl
D
Bij de rechterpijl
Slide 14 - Quiz
Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek in de afbeelding
afnemende snelheid, hogere golf
onderzeese aardbeving (zeebeving)
golven, zeer hoge snelheid. Tot 800 km/uur
Slide 15 - Drag question
zware aardbevingen
mid-oceanische rug
divergent
convergent
transform
Vulkaan
Slide 16 - Drag question
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. In Japan komen 4 soorten natuurrampen voor.
2. Hoe dieper je in de aarde komt, hoe koeler het wordt.
3. Een ander woord voor een aardplaat is een schol.
4. Een oceanische plaat is altijd zwaarder dan een continentale plaat.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 17 - Drag question
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Platen bewegen vrij langzaam ten opzichte van elkaar.
2. Platentektoniek is de naam voor het bewegen van alle platen.
3. Bij een transforme beweging gaan de platen langs elkaar.
4. Een tsunami kan hoogtes bereiken van 10 tot 20 meter hoog.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 18 - Drag question
Beschrijf het verschil tussen de schaal van Richter en de schaal van Mercalli.
Slide 19 - Open question
Hoeveel keer zwaarder is een 8 op de schaal van Richter dan een 3?
Slide 20 - Open question
Bekijk de afbeelding. Op welk schaalniveau was de tsunami in Japan merkbaar? Leg je antwoord uit.
Slide 21 - Open question
Wat is het epicentrum?
Slide 22 - Open question
Hoe wordt in rijke landen in aardbevingszones rekening gehouden met aardbevingen?
A
door de grond te verstevigen
B
door speciale bouwtechnieken
C
door zo laag mogelijk te bouwen
D
door zo goedkoop mogelijk te bouwen
Slide 23 - Quiz
De Vesuvius is een gevaarlijke vulkaan. Toch wonen er erg veel mensen in de buurt. Geef hiervoor twee verklaringen.
Slide 24 - Open question
Lees het nieuwsbericht hiernaast Welk begrip moet er bij de ‘X’ komen te staan? Schrijf dat begrip op je antwoordblad.
Slide 25 - Open question
Waarom ontstaan orkanen op vaste plekken op de aarde? Kies het juiste antwoord.
A
Daar is het koud genoeg om de lucht snel te laten stijgen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
B
Daar is het warm genoeg om de lucht snel te laten stijgen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
C
Daar is het koud genoeg om de lucht snel te laten dalen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
D
Daar is het warm genoeg om de lucht snel te laten dalen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
Slide 26 - Quiz
Waardoor kunnen er aardverschuivingen ontstaan na een typhoon?
Slide 27 - Open question
Wat voor soort vulkaan is de Fuji?
Slide 28 - Open question
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1
2
3
4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.
Slide 29 - Drag question
Einde toets
Klik op inleveren
Noteer voor jezelf welke onderwerpen je makkelijk vond en wat je lastig vond.
Ga bezig met de voorbereiding van de toets (actief!)