H10 meten intro

         Fase 2                                                        


Meten 


1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

         Fase 2                                                        


Meten 


Slide 1 - Slide

welke lengtematen
ken je?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Wat betekenen de afkortingen:
MM, CM, M, KM

Slide 4 - Mind map

De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter

Slide 5 - Quiz

De punt van een potlood geef ik aan in....
A
decimeter
B
centimeter
C
decameter
D
millimeter

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De hoogte van een deur is ongeveer....
A
2 decimeter
B
20 centimeter
C
5 meter
D
2 meter

Slide 9 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de zin:
De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Wat de oppervlakte van de tuin is.
D
Wat de omtrek van de tuin is.

Slide 10 - Quiz

Waarmee kun je nauwkeurig meten?
(welk gereedschap/gebruiksvoorwerp)

Slide 11 - Mind map

Waarmee kun je niet nauwkeurig meten?
A
Je duim
B
Een liniaal
C
Een rolmaat
D
Een winkelhaak

Slide 12 - Quiz

Welk gereedschap gebruik je om de deur op te meten?
A
Winkelhaak
B
Duimstok
C
Liniaal
D
Rolmaat

Slide 13 - Quiz

Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 14 - Quiz

Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 15 - Quiz

10 millimeter = ........... centimeter
A
0,1
B
1000
C
100
D
1

Slide 16 - Quiz

Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 17 - Quiz

Hoeveel mm is een liniaal ongeveer?
A
3
B
30
C
3000
D
300

Slide 18 - Quiz

Maak uit je boek
Blz 98 t/m 107

KLAAR? => extra werkbladen

Slide 19 - Slide