2kgt 3.3 lezen deel 3

2KGT  3.3                     lezen deel 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2KGT  3.3                     lezen deel 3

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je kiest voor je eigen tempo of klassikaal: 
Je kent signaalwoorden voor conclusie
Je herkent signaalwoorden voor conclusie
Je kunt deze signaalwoorden in je eigen zinnen toepassen
Je weet wat er met de hoofdgedachte van een tekst bedoeld wordt
Je oefent zelfstandig wat je de afgelopen lessen geleerd hebt.
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Slide

Welke signaalwoorden ken je al?
Schrijf ook op bij welk tekstverband ze horen. (bijvoorbeeld: daarom - reden)

Slide 3 - Open question

Signaalwoorden: conclusie
In het slot van een betoog trekt de schrijver een conclusie.
 Je herkent de conclusie aan de signaalwoorden dus of kortom.
Voorbeeld:
• Meer sport op school betekent dus gezondere én slimmere leerlingen.
Kortom, er zijn alleen maar voordelen aan het inkorten van de leerplicht.

De conclusie is vaak een mening. Je hoeft het er dus niet mee eens te zijn.



Slide 4 - Slide

Maak nu zelf een zin met de signaalwoorden dus of kortom met een tekstverband van conclusie.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Deze signaalwoorden en tekstverbanden ken je al:
opsomming:
allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot
tegenstelling:
maar, daarentegen, echter, toch, integendeel
voorbeeld:
bijvoorbeeld, zoals, zo, ter illustratie, een voorbeeld hiervan
reden:
daarom, immers, namelijk, omdat, vanwege, want
conclusie: 
dus, kortom










Slide 7 - Slide

saaisaai

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp van een tekst zegt.
De hoofdgedachte schrijf je op in één zin.
Zo vind je de hoofdgedachte in een tekst:
1 Lees de inleiding, het slot en de titel van de tekst.
2 Bepaal het onderwerp van de tekst.
3 Schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt.
De hoofdgedachte in een betoog is de mening over het onderwerp.


Slide 10 - Slide

Handig: 
Kijk ook eens naar de afbeelding op blz. 195 in je boek.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maak opdracht 15 t/m 19
blz. 196-198
online: hoofdstuk 3 - lezen
werk voor jezelf
muziek? met oortjes!
Vragen?
Steek je vinger op.
Klaar? Doe fijn iets voor jezelf
Niet klaar? Werk thuis verder.

Slide 13 - Slide

Doelen van deze les
Je kiest voor je eigen tempo of klassikaal: 
Je kent signaalwoorden voor conclusie
Je herkent signaalwoorden voor conclusie
Je kunt deze signaalwoorden in je eigen zinnen toepassen
Je weet wat er met de hoofdgedachte van een tekst bedoeld wordt
Je oefent zelfstandig wat je de afgelopen lessen geleerd hebt.
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide