This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Het Interbellum
1918-1939
§3| Duitsland en het buitenland
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
Hoe de Duitse buitenlandse politiek veranderde.
Wat de facisten in Italië wilden bereiken.
Hoe het nationaal socialisme aanhangers in NL kreeg.
Slide 2 - Slide
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 3 - Quiz
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 4 - Quiz
Hitler's Plannen
1. Duitsland economisch herstellen
2. Wraak nemen op het verdrag van Versailles:
Leger vergroten en herbewapenen
Stoppen met herstelbetalingen
Vanaf 1938 Oostenrijk en Tjecho-Slowakije bij Duitsland voegen
Slide 5 - Slide
Uitvoering plannen vanaf 1933
Hitler voert dienstplicht in en begint aan herbewapening
Hitler stopt met herstelbetalingen
Aanleg van wegen: veel werkelozen weer werk/leger kon sneller verplaatsen
Hitler noemt Duitsland het 'Derde Rijk'. Alle Duits sprekende mensen moesten binnen de grenzen van dit rijk wonen: 'Heims ins Reich'.
Hiervoor 'Lebensraum' nodig: Veroveren gebieden van andere volkeren.
1938 de Anschluss: Oostenrijk wordt ingelijfd bij het Derde Rijk
Hierna wilde Hitler Sudetenland (onderdeel van Tjecho-slowakije) inlijven: dit land weigert.
Slide 6 - Slide
Duite troepen in het Rijnland
Verdrag van Versailles: geen Duitse soldaten in het Rijnland (Rijnland was gedemilitariseerd).
Hitler houdt zich hier niet aan: in 1936 marcheren 30.000 Duitse soldaten het Rijnland binnen.
De Volkenbond en de Fransen reageerden nauwelijks: Hitler kon zijn gang gaaan.
Slide 7 - Slide
Conferentie van München september 1938
Bijeenkomst tussen Frankrijk, Italië, UK en Duitsland om te overleggen over Sudentenland en Hitlers plannen.
Uitkomst:
Hitler 'krijgt' Sudetenland
Hitler moet beloven de vrede te bewaren en verder geen landen te veroveren.
Frankrijk en Engeland gaan akkoord. Ze willen geen oorlog.
Slide 8 - Slide
Appeasement politiek
Frankrijk en Engeland geven Hitler zijn zin uit angst voor oorlog.
Ze grijpen dus niet in tegen Hitlers schendingen van het verdrag van Versailles
'It is peace in our time'.
Helaas: er zouden na Sudetenland nog meer veroveringen volgen. Alleen zo kon Hitler 'lebensraum' creeëren en het sterke arische ras voeden
Slide 9 - Slide
Mussolini in Italië
Na WOI en de Vrede van Versailles was er veel onvrede in Italie:
1. Hoge werkeloosheid
2. Een besluiteloze regering: geen vertrouwen meer van het volk
Mussolini grijpt in 1922 de macht
Fascisme: extreemrechtse politieke beweging
Slide 10 - Slide
Kenmerken van fascisme
Extreem nationalistisch
Italie moest weer een grote mogendheid worden(Romeinse Rijk)
Fascisme is anti-democratisch en anti-communistisch
Er is één leider
Mussolini was 'Il Duce'.
Vanaf 1938 antisemitisch
Toenadering tot Hitler om sterker tegen Fr en de UK te staan
Slide 11 - Slide
Maken:
Paragraaf 3: opdracht 1 t/m 7
Slide 12 - Slide
Crisis in Nederland
Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt stil te staan.
Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000
Slide 13 - Slide
Colijn: aanpassingspolitiek 1934
De Nederlandse regering van minister-president Colijn
besluit dat er minder uitgaven moeten zijn,
omdat er minder inkomsten zijn:
Nederland moet zich aanpassen.
Dit betekende: bezuinigen
Lonen van ambtenaren gaan omlaag, net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...
Veel mensen verloren het vertrouwen in de regering.
Slide 14 - Slide
Stempelen voor 'de Steun'
Er is nauwelijks steun van de overheid:
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen steunuitkering.
Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen.
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.
Slide 15 - Slide
Werkverschaffings
projecten
Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk hielpen mannen aan werk en een inkomen dat net meer was dan de steun uitkering.
Slide 16 - Slide
Vernedering
De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien
Slide 17 - Slide
NSB vanaf 1931
Nationaal-Socialistische Beweging
Anton Mussert
Tegen de regering en de democratie
Veel aanhang onder boeren, winkeliers en ambtenaren (zij voelden zich bedreigd door de gevolgen van de crisis)
Geïnspireerd door de NSDAP
1935 behaalde de NSB 8% van de stemmen
Slide 18 - Slide
NSB vanaf 1935
Na 1935 werd de aanhang van de NSB echter steeds kleiner:
Steeds duidelijker hoe antsemitisch de NSDAP was
Agressieve buitenlandse politiek Hitler werd duidelijker
Veel partijen, kerken en vakbonden tegen de NSB
Tijdens de Duitse bezetting was de NSB de enige partij toegstaan in NL.