2. Examenvragen Zeventien- kunst drama (23/24)



Welkom M4

KUNST DRAMA 2023-2024
Les 3: examenvragen Zeventien


STARTKLAAR:
- zakkie op tafel (rechtsboven)
- pak je map + pen
- pak je laptop > log in op Lessonup



1 / 40
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson



Welkom M4

KUNST DRAMA 2023-2024
Les 3: examenvragen Zeventien


STARTKLAAR:
- zakkie op tafel (rechtsboven)
- pak je map + pen
- pak je laptop > log in op Lessonup



Slide 1 - Slide

Kunst Drama
Herhalen begrippen
Oefenen examenvragen

Examenvragen tellen mee als nulmeting (lever gemaakte vragen aan het einde van de les in bij docent)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
  • Ik weet hoe een examenvraag eruit kan zien
  • Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
  • Ik kan de juiste begrippen toepassen op een examenvraag met een nieuw voorbeeld

Begrippen: 
montagevoorstelling, regisseur, personages, theatervormgevingsmiddelen, associaties, non-verbaal spel,  mimiek,  spelwerkelijkheid/werkelijkheid, karaktereigenschap, speciaaltje, theatrale middelen, identificeren

Slide 4 - Slide

Herhalen begrippen

montagevoorstelling
regisseur
personages
theatervormgevingsmiddelen 
associaties
non-verbaal spel
mimiek
spelwerkelijkheid/werkelijkheid
karaktereigenschap
speciaaltje
theatrale middelen
identificatie

Slide 5 - Slide

Theaterdiscipline of -vorm
Cabaret
Clownerie
Danstheater
Komedie/blijspel
Maskerspel
Mime/pantomime
Montagetheater
Muziektheater (o.a. musical en opera)
Performance
Poppenspel
Schimmenspel
Slapstick
Theatersport (improvisatietheater)
Tragedie
Verteltheater

Slide 6 - Slide

Montagevoorstelling
 Er is geen lopend verhaal van begin tot eind.
 Een thema kan leidraad zijn.
 De scènes zijn aan elkaar 'geplakt'/gemonteerd.
 Er zijn niet altijd vaste personages. 

Slide 7 - Slide

Wat doet een regisseur?
A
De regisseur is de baas van het theater.
B
De regisseur geeft het theaterstuk vorm.
C
De regisseur is de schrijver van het stuk.

Slide 8 - Quiz

Een personage is:
A
de uitbeelding van een persoon in een verhaal
B
speelgoed voor kinderen
C
iets wat je kunt eten
D
ruzie tussen twee mensen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de "theatrale middelen"?
A
Wie, wat, waar, waarom en waardoor?
B
Spelgegevens & Mise en scene & Theatervormgevingsmiddelen
C
Middelen om het theaterstuk naar een hoger plan te tillen
D
Vormgeven van een theaterstuk

Slide 10 - Quiz

Spelgegevens:
- Wie: Rol
- Waar: Ruimte/plaats
- Wanneer: Tijd
- Wat: Actie
- Waarom: Motief
(de 5W's)

Slide 11 - Slide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 12 - Mind map

Theatervormgevingsmiddelen
  1. Decor 
  2. Rekwisieten (props)
  3. Kostuums 
  4. Kap en grime
  5. Licht
  6. Muziek (geluidseffecten)
  7. Geluid
  8. Projecties

Slide 13 - Slide

Mise-en-scene
  • Mise-en-scene gaat ook over hoe de personages zich op de vloer bewegen en waar ze staan in het toneelbeeld. Hoe verhouden de personages zich tot elkaar? 
  • Mise-en-scene gaat over de vraag: waar plaats je wie op het toneel? 


Slide 14 - Slide

Wat is een spelwerkelijkheid?
A
Een ‘doen alsof’ werkelijkheid
B
Het verschil tussen realiteit en werkelijkheid
C
De werkelijkheid die zich naast het podium afspeelt
D
Spelen met de werkelijkheid

Slide 15 - Quiz

Theatrale middelen?

Slide 16 - Mind map

Wat is non-verbaal spel?

Slide 17 - Open question

Karaktereigenschappen
geduldig
eerlijk
samenwerken
grappig
beleefd
ideeën
gevoelig
serieus
slim
sterk
behulpzaam
vrolijk
luisteren
positief
zorgzaam

Slide 18 - Slide

Speciaaltje
Speciaaltje = het licht dat gebruikt wordt voor de speciale plekken / personen
op het toneel. Dit kan vanuit elke richting komen, afhankelijk van de wens.

Slide 19 - Slide

Wat betekent het als het publiek zich met een personage kan IDENTIFICEREN?

Slide 20 - Open question

Examenvragen Kunst Drama

1. Oefenen met examenvragen (2021-tv1)
Blok 2 over Zeventien


Slide 21 - Slide

Examenvragen 
Nu gaan we aan de slag met examenvragen 
De antwoorden vul je in op uitwerkbijlage

--> kunst --> mavo 2021 tijdvak 1 --> blok 2 (vr 14 t/m 25)



Slide 22 - Slide

Bespreken examenvragen

  • Wat vind je nog lastig?
  • Wat vind je makkelijk?
  • Waarover heb je nog vragen?

Slide 23 - Slide

ANTW vr 14

maximumscore 2
• montagevoorstelling (een van de volgende): 1
 Er is geen lopend verhaal van begin tot eind.
 Een thema kan leidraad zijn.
 De scènes zijn aan elkaar 'geplakt'/gemonteerd.
 Er zijn niet altijd vaste personages. 
De regisseur heeft gekozen voor een montagevoorstelling, omdat (een
van de volgende): 1
 het een thematische voorstelling is over de leeftijd 17.
 het een voorstelling is waarin de verhalen van vijf verschillende
meisjes zijn gemixt / de scènes aan elkaar geplakt zijn.
 de vijf meisjes zoeken/verdwalen tussen verschillende culturen
waardoor een lopend verhaal niet gepast zou zijn.

Slide 24 - Slide

ANTW vr 15

maximumscore 2
• uitleg gebruik audiocommentaar (drie van de volgende): 1
 om meer informatie te geven over het maakproces
 om commentaar te geven
 om achtergrondinformatie te geven
 om zichzelf en/of de regisseur voor te stellen
sprake van personages met uitleg (een van de volgende): 1
 Nee, zij zijn zichzelf.
 Nee, dit audiocommentaar is gemaakt tijdens de repetities, ze
spelen daar (nog) niet.
 Nee, ze leggen uit hoe de voorstelling gespeeld wordt. 

Slide 25 - Slide

ANTW vr 16
maximumscore 1
geluid

Slide 26 - Slide

ANTW vr 17
hand- en/of armbeweging 
associatie
De handen bewegen.
De geliefden flirten met elkaar.
De handen komen steeds
dichter bij elkaar. 
De geliefden komen dichter bij
elkaar. 
De vingertoppen raken elkaar 
Ze kussen zachtjes.
De handen strijken/aaien
zachtjes over elkaar heen. 
De lichamen bewegen over
elkaar/de geliefden strelen elkaar. 
De hand aait de arm. 
De man aait de vrouw.
De hand duwt de arm weg. 
De vrouw duwt de man weg omdat
hij te snel gaat. 

Slide 27 - Slide

ANTW vr 18
maximumscore 1
manier van non-verbaal spel met uitleg (twee van de volgende):
 Houding: draait/loopt van haar weg / maakt zichzelf groot / armen over
elkaar.
 Gebaar: wijzende handen / handen maken vrouwenfiguur / handen
opzij zwaaien / armen over elkaar.
 Mimiek: grote ogen / strakke mond/mond trekt naar beneden / beetje
knijpende ogen / ogen naar boven gericht
Opmerking
Alleen als twee manieren van non-verbaal spel met uitleg juist zijn,
1 scorepunt toekennen. 

Slide 28 - Slide

ANTW vr 19

maximumscore 1
kenmerken (drie van de volgende):
 ogen dichtgeknepen
 mondhoeken uit elkaar getrokken / naar beneden
 mond open
 wenkbrauwen gefronst
 trillende / op elkaar geperste lippen

Slide 29 - Slide

ANTW vr 20

maximumscore 1
Het is werkelijkheid, want Seyda zegt geen "ja" vanuit haar rol, maar vanuit
haarzelf als actrice.
of
Het is spelwerkelijkheid, want (een van de volgende):
 elke keer wanneer Seyda de voorstelling speelt, zegt ze "ja" (dat is
haar tekst).
 als acteur moet je je emoties vorm kunnen geven / beheersen (dus ook
kunnen huilen in dienst van je rol).

Slide 30 - Slide

ANTW vr 21
maximumscore 2
• drie juiste soorten vormgevingsmiddelen (decor, licht, rekwisieten,
geluid, kostuums, grime) mét de juiste beschrijving van de voorwerpen
(bijvoorbeeld: decor, een bruine, leren bank) 1
• In de uitleg klopt het voorwerp/gebruik/keuze met de genoemde
karaktereigenschap 1 

Slide 31 - Slide

ANTW vr 21
soort vormgevingsmiddel
beschrijving
uitleg karaktereigenschap
Decor
De binnenkant van de
doos is bekleed met roze
dons / fluweel. 
Lieve mensen zijn
knuffelbaar. 
Licht
pastelkleurig licht in de
doos
Bij lieve mensen passen
zachte kleuren. De sfeer
wordt dan zacht.
Rekwisieten
een pop
Lieve mensen zijn
zorgzaam. 
Geluid
sprookjesachtige muziek 
Bij lieve mensen past zoete
muziek
Kostuums
een onesie van een
lichtblauwe koalabeer
Lieve mensen zijn
knuffelbaar. 
Grime
krullende motieven
rondom de ogen met roze
en paarse glitters
Bij lieve mensen passen
speelse, zachte vormen /
kleuren.

Slide 32 - Slide

ANTW vr 22
maximumscore 1
Het licht is alleen aan in de doos. / De spot is gericht op de paspop. (De
rest van het decor is zwart.)

Slide 33 - Slide

ANTW vr 23
maximumscore 1
een van de volgende:
 Alle kledingstukken (en de stoel) zijn geel.
 De verschillende kledingstukken zijn (op juiste volgorde) voor/op een
stoel gepositioneerd (waardoor het lijkt alsof Sanaz daar zit). 

Slide 34 - Slide

ANTW vr 24
maximumscore 2
• theatrale middelen: 1
spelgegevens
enscenering
materiële vormgevingsmiddelen

• Dat de scène wisselt zie je aan (een van de volgende): 1
 de materiële vormgevingsmiddelen,
uitleg: licht en/of geluid en/of decor verandert
 enscenering,
uitleg: er komen andere spelers op 

Slide 35 - Slide

ANTW vr 25
maximumscore 1
Tuğçe identificeert zich met (een van de volgende):
 Ariana Grande
uitleg: Net als zij voelt ze zich schuldig over iets wat niet haar fout is.
 de mensen die haar de schuld geven
uitleg: Ze begrijpt hen en daarom blijft ze haar best doen om uit te
leggen dat zij niet een radicale moslim is.
 de fans van Ariana Grande
uitleg: Net zoals de fans Ariana een hart onder de riem steken, doet zij
dat met zichzelf.
 de moslims
uitleg: Tuğçe wordt na zo'n aanslag aangesproken door mensen op
school, omdat ze moslim is. 

Slide 36 - Slide

Maken examenvragen
Wat gaat al goed?
Wat vind je nog lastig?
Wat heb je geleerd van het maken van de examenvragen?

Slide 37 - Slide

Noem 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.

Slide 39 - Open question

Noem 1 ding op waar je meer over wilt weten

Slide 40 - Open question