1.4 Kom je uit met je geld?

Welkom!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling leerdoelen 1.3 Sta je sterk als consument?
  2. Leerdoelen 1.4 Kom je uit met je geld?
  3. Uitleg eerste deel leerstof
  4. (Samenvattende) opdrachten maken
  5. Uitleg tweede deel leerstof
  6. Overige opdrachten maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling - Leerdoelen 1.3
1. Je kunt uitleggen hoe consumentenorganisaties jou als consument kunnen helpen.
2. Je weet hoe de overheid jou als consument helpt met regels in de wet.
3. Je weet wat je hebt aan garantie.

Slide 3 - Slide

1. Testen Prijs & kwaliteit (vergelijkend warenonderzoek).
& geven uitleg over de rechten die je hebt.
Voorbeeld consumentenorganisatie?

2. Je hebt recht op een deugdelijk product, wat is dat?
& ze beschermen ons met de warenwet maar wat is dat? wie controleert of men zich aan de warenwet houdt?

3. Garantie is de zekerheid die een winkelier geeft dat hij het in orde maakt. Hij kan het product repareren, omruilen of hij kan je vergoeden.
In de EU krijg je minimaal 2 jaar garantie op elektrische apparaten.
Garantievoorwaarden krijg je op papier of digitaal, zodat je weet waar je recht op hebt.
En nu door...

Paragraaf 1.4 Kom je uit met je geld?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.4
  • Je weet wat voor soorten inkomens er zijn.
  • Je kunt bedragen omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  • Je weet welke drie groepen uitgaven er zijn.
  • Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
  • Je kunt berekenen hoeveel geld je per maand moet reserveren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Heb je ooit wel eens heel lang voor iets moeten sparen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Reserveren
  • Voor grote (incidentele) uitgaven is het verstandig geld te reserveren.

  • Stel: je wilt over 2 jaar een spelcomputer kopen van € 600,-. Hoeveel moet je per maand reserveren om de spelcomputer dan te kunnen kopen?

  • Berekening: Reservering per maand = benodigd bedrag / aantal maanden

Slide 7 - Slide

bij reserveren zet je iedere maand een bedrag opzij waarvan je later bepaalde grote uitgaven kunt betalen, ook wel sparen.

600 / 24 = 25 euro per maand

óf 

600 / 2 = 300 euro per jaar
300 / 12 = 25 euro per maand
Omrekenen van week naar maand
1 jaar = ? maanden = ? weken = ? kwartalen

  • Vraag: Je krijgt € 6,00 zakgeld per week, hoeveel krijg je per maand?

  1. Omrekenen naar jaarbedrag
  2. Omrekenen naar maandbedrag
  • Óf in één keer: Bedrag per week x 52 / 12 = bedrag per maand

Slide 8 - Slide

Vraag: Hoeveel maanden zitten er in een jaar? Hoeveel weken zitten er in een jaar? Hoeveel weken zitten er in een maand?

6 x 52 = 312 euro
312 / 12 = 26 euro per maand
Omrekenen van maand naar week
1 jaar = ? maanden = ? weken = ? kwartalen

  • Vraag: Je betaalt € 39,00 per maand voor je abonnement in de sportschool, hoeveel is dit per week?

  1. Omrekenen naar jaarbedrag
  2. Omrekenen naar weekbedrag
  • Of in één keer: Bedrag per maand x 12 / 52 = bedrag per week

Slide 9 - Slide

39 x 12 = 468 euro
468 / 52 = 9 euro per week
Aan de slag!
Eerst, Samenvattende vragen 1.4: Kom je uit met je geld?
Opdracht 30 t/m 42
Daarna, wat vond je van de opgaven?


Makkelijk
Lastig
Vanaf blz. 20:
44, 46 t/m 50, 53 & 55
blz. 33: 18, 20
Vanaf blz. 20:
44, 46 t/m 50, 53 & 55
blz. 31: 25, 26

timer
15:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten inkomens

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Soorten inkomens
  • Loon of salaris




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Soorten inkomens
  • Loon of salaris

  • Winst


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Soorten inkomens
  • Loon of salaris

  • Winst

  • Uitkering

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
  • Vaste lasten


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
  • Vaste lasten


  • Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
  • Vaste lasten


  • Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven)


  • Incidentele uitgaven

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Begroting
  • Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
  • Inkomsten > uitgaven = overschot op je begroting
  • Uitgaven > inkomsten = tekort op je begroting

Slide 19 - Slide

Wat is een begroting? = een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Begroting
Inkomsten
Uitgaven
Zakgeld                                         € 20

Klusjes                                           € 15
Snacks                                               € 15 

Abonnementen                               € 20

Cadeau mama                                 € 10
Totaal:                                               € .....,-
Totaal:                                                  € .....,-

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Eerst, (af)maken Samenvattende vragen 1.4: Kom je uit met je geld?
Opdracht 30 t/m 42
Daarna, wat vond je van de opgaven?


Makkelijk
Lastig
Vanaf blz. 20:
44, 46 t/m 50, 53 & 55
blz. 33: 18, 20
Vanaf blz. 20:
44, 46 t/m 50, 53 & 55
blz. 31: 25, 26

Slide 21 - Slide

This item has no instructions