3
Griekenland was onvruchtbaar – daarom zochten de mensen nieuwe gebieden.
Grieken verhuisden over zee – en stichtten daar koloniën.
Een kolonie hoorde – bij het moederland.
Door deze koloniën – werd de Griekse cultuur verspreid.
5
a Een stad die helemaal zelfstandig is, met eigen regels, wetten en bestuur.
b 1 De stadstaat Athene was een indirecte democratie.
2 Iedereen die in de stad woonde, mocht mee beslissen over het bestuur.
c 1 De polis Athene was een directe democratie.
2 Alleen mannelijke burgers mochten meebeslissen over het bestuur.