Herhaling blok 8

Herhaling triagelessen
Oefenvragen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
TriageMBOStudiejaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling triagelessen
Oefenvragen

Slide 1 - Slide

Theorie
Signalen van benauwdheid:
- Bijgeluiden? 
- Houding
- Moeite met uitspreken van een zin
- Heesheid: trauma?!!
- Acuut ontstaan of verslechterd

Slide 2 - Slide

Aandoeningen
Asthma cardiale
Vocht achter de longen door ernstig acuut hartfalen: 
Zeer benauwd, rochelt, het gevoel te stikken, cyanotisch. 

Astma/COPD
Exacerbatie: piepende ademhaling. Helpt medicatie?




Slide 3 - Slide

Hyperventilatie
Te snelle of te diepe ademhaling
Gevaarlijk als het een eerste aanval is! 
Hartinfarct/ Longembolie?

Longembolie: stolsel in bloedvaten. 
Kortademigheid en pijn vastzittend aan ademhaling
Operatie, langdurig bedrust, roken, eerdere trombose,kraambed

Slide 4 - Slide

Vervolg aandoeningen
          Pneumothorax = klaplong: er zit lucht in de 
pleuraholte, de ruimte tussen 2 longvliezen
Longen kunnen gaswisselingsfunctie niet
goed meer uitoefenen.
Door trauma of spontaan bij jonge mensen.
Plotselinge POB en kortademigheid. 
Corpus alienum: vreemd voorwerp

Slide 5 - Slide

RS- virus
(Respiratoir syncytieel virus)

Gevaarlijke infectie jonge kinderen/ zuigelingen: hoesten, piepen en ademhalingsproblemen 
--> lagere luchtwegen ontstoken

Slide 6 - Slide

Matig benauwd is:
A
Patiënt kan geen 5 woorden achter elkaar uitspreken
B
Patiënt gebruikt zijn hulpademhalings- spieren
C
Patiënt heeft veel pijn
D
Patiënt geeft aan erg benauwd te zijn

Slide 7 - Quiz

Wat is een corpus alienum
A
Jezelf erg verslikken
B
Kortademig door hevige pijn
C
Het ingeslikt hebben van een knikker
D
Pijn vastzittend aan de ademhaling

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een ontsteking van het strottenklepje?
A
Pleuritis
B
Epiglottis
C
Uvulitis
D
Supraglottis

Slide 9 - Quiz

Wat is typerend voor een exacerbatie van astma/COPD:
A
Snelle ademhaling
B
Rochelende ademhaling
C
Erg rustige ademhaling
D
Piepende ademhaling

Slide 10 - Quiz

Asthma cardiale is?
A
exacerbatie van astma
B
ernstig acuut hartfalen
C
stolsel in longvaten

Slide 11 - Quiz

Wat is een pneumothorax?
A
Longkneuzing
B
Longontsteking
C
Klaplong

Slide 12 - Quiz

Hyperventilatie kan bij een eerste aanval een ernstig symptoom zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

RS virus is voor oudere kinderen gevaarlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke vragen stel je om te achterhalen of iemand kortademig is?

Slide 15 - Mind map

Wat zijn alarmsignalen
bij hoesten?

Slide 16 - Mind map

Treedt op bij jonge kinderen, geeft blafhoest, heesheid en piepen bij inademing. Vaak in avond.
A
Epiglottis
B
Kinkhoest
C
Pseudokroep
D
Pneumonie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Vooral bij zuigelingen: verkouden, kortademig, piepende ademhaling, koorts
A
Epiglottis
B
Kinkhoest
C
Bronchiolitis
D
Pneumonie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Ontsteking strotklepje, ernstig ziek, benauwd, kan niet slikken: slijm loopt uit mond, hoge koorts
A
Epiglottis
B
Kinkhoest
C
Pseudokroep
D
Pneumonie

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Kinderen: aanvallen hevig hoesten gevolgd door gierende inademing of hoesten gevolgd door braken, bloedinkjes aan slijmvliezen ogen.
Zuigelingen: lange adempauze na langdurig hoesten/blauw aaanlopen
A
Epiglottis
B
Kinkhoest
C
Pseudokroep
D
Pneumonie

Slide 23 - Quiz

(Ernstig) ziek, koorts, snelle ademhaling, kan ook pijn aangeven
A
Epiglottis
B
Kinkhoest
C
Pseudokroep
D
Pneumonie

Slide 24 - Quiz

Wanneer zijn hartkloppingen onschuldig?

Slide 25 - Mind map

Wat zijn alarmsymptomen
bij hartkloppingen?

Slide 26 - Mind map

De patiënt belt dat haar hart zo te keer gaat. Ze is al rustig gaan zitten maar het helpt niet. Het maakt haar toch wat angstig. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 27 - Quiz

De patiënt belt dat ze over haar hele lichaam zweet, ze is misselijk en haar hart is helemaal op hol. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 28 - Quiz

Meneer belt dat zijn hart zo snel klopt en dat hij er ook kortademig bij is. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 29 - Quiz

Een versnelde hartslag noem je?
A
Brachycardie
B
Tachycardie

Slide 30 - Quiz

Het merendeel van de klachten van pijn op de borst is niet spoedeisend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Drukkend gevoel midden op de borst dat vooral optreedt bij inspanning. Kan uitstralen en verdwijnt na rust.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Angina Pectoris
C
Instabiele Angina Pectoris
D
Aneurysma dissecans

Slide 32 - Quiz

Stolsels in longvaten, vaak vanuit stolsels in het been. Patiënt is kortademig en pijn vastzittend aan de ademhaling
A
Hyperventilatie
B
Refluxoesofagitis
C
Longembolie
D
Trombolyse

Slide 33 - Quiz

Verwijding van de aorta, kans op barsten: zeer hevige (buik/rug)pijn, patiënt is vegetatief
A
Refluxoesofagitis
B
Aneurysma dissecans
C
Acuut coronair syndroom

Slide 34 - Quiz

Acuut ontstaan van hevige pijn, retrosternaal, verdwijnt niet in rust/toediening nitroglycerine. Vaak vegetatieve verschijnselen en uitstraling.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Agina Pectoris
C
Pneumothorax

Slide 35 - Quiz

Bij hyperventilatie is de ademhaling snel of te oppervlakkig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Scherpe en branderige pijn midden op de borst, wat verergert tijden vooroverbuigen of liggen
A
Angina Pectoris
B
Pneumothorax
C
Refluxoesofagitis

Slide 37 - Quiz

Zoek eens op: met welke aandoening moeten patiënten met pijn thorax dringend (U3) gezien worden?

Slide 38 - Open question

Wat is een HET?

Slide 39 - Mind map

Hoe wordt een pneumothorax in
de volksmond genoemd?

Slide 40 - Mind map

Hoe wordt lucht onder de huid genoemd?
A
Subcutaan emfyseem
B
Intracutaan emfyseem
C
Subcutaan oedeem
D
Intracutaan oedeem

Slide 41 - Quiz