Vmbo 1 unit 4.5 Mock test Present Continuous

4.5 Present Continuous : vragend/ ontkennend Mock test
I am watching you!
1 / 53
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

4.5 Present Continuous : vragend/ ontkennend Mock test
I am watching you!

Slide 1 - Slide

Welke drie vormen van 'to be' ken je?

Slide 2 - Open question

Aan het einde van de les kan je
- oefenen met am/are/is
- oefenen met de present continuous
- oefenen met vragen en ontkenningen 

Aan het einde van deze les kun je de present continuous gebruiken en zeggen 'wat jij/iemand wel of niet aan het doen is'

Slide 3 - Slide

Het rijtje van 'to be'  (moet je kennen!)
I am 
You are 
He is 
She is
It is 
We are
You are 
they are 

Slide 4 - Slide

Sleep de juiste persoonvorm naar am are of is.
AM
ARE
IS
I
you
he

she
it
we
you
they

Slide 5 - Drag question

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de present cont.
am / are / is + werkwoord + ing

He is working at the moment.
They are ice skating right now. 

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 8 - Slide

Spellings uitzonderingen 
1. Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.           dance -  dancing 

2. ls het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting         to run - running 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 11 - Slide

Hoe maak je vraagzinnen
Voor een vraagzin zet je am / are / is vooraan in de zin.


vb: He is working now  --> Is he working now?
regel: am/are/is + onderwerp + werkwoord + ing

Slide 12 - Slide

Samenvatting:
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Standaard: am / are / is + ww + ing
  • Vraagzin am/are/is + onderwerp + ww + ing
  • Ontkenning: am/are/is + not + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee! Cycle —> cycling
    Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker! Put ——> putting

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Put in your ears and find a song with the Present Continuous: ( send link+ lyrics) .. in pairs

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Multiple choice
Er volgen een aantal slides met meerkeuze vragen. Kies de juiste vorm van de present continuous! 

Slide 17 - Slide

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 18 - Quiz


We ... (do) the dishes right now

am / are / is + werkwoord + ing
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 19 - Quiz

Peter and Anne ....... together.
A
are swiming
B
are swimming
C
is swimming
D
is swiming

Slide 20 - Quiz

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 21 - Quiz

We ... the dishes right now

A
are doing
B
am doing
C
are do
D
is doing

Slide 22 - Quiz

My brothers ___ ___ soccer outside.
A
am playing
B
are playing
C
is playing

Slide 23 - Quiz

I ___ ___ singing a song in the shower right now.
A
am not singing
B
amn't singing
C
aren't singing
D
isn't singing

Slide 24 - Quiz

Sue ___ ___ her homework at the moment.
A
am not doing
B
aren't doing
C
isn't doing

Slide 25 - Quiz

___ you ___ eating some fries?
A
am ... eating?
B
are ... eating?
C
is ... eating?

Slide 26 - Quiz

Typing
Er volgen een aantal slides met type vragen. 
Gebruik de present continuous
am/are/is + werkwoord + ing
gebruik geen hoofdletters! 

Slide 27 - Slide

present continuous
we ............ (throw) snow at eachother.

Slide 28 - Open question


I ................ (walk) on thin ice.
present continuous

Slide 29 - Open question

present continuous
She ........ (ice skate) all day!

Slide 30 - Open question


Look! They ... (give) him a present.
am / are / is + werkwoord + ing
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 31 - Quiz


... we ...... (do) the dishes right now?

regel: am/are/is + onderwerp + werkwoord + ing
A
are we doing
B
was we doing
C
are we do
D
was we do

Slide 32 - Quiz


... she ...... (study) her homework?

vraagzin presents simple
A
are she studying
B
is she going to study
C
studies she
D
is she studying

Slide 33 - Quiz


... the dog ...... (wag) his tail now?

A
are the dog wagging
B
is the dog going to wag
C
is the dog wagging
D
are the dog waging

Slide 34 - Quiz

Typing
Bij de volgende slides moet je je antwoord typen.
Type alleen wat ontbreekt.

Voorbeeld:
Vraag: ..... she ...... (do) her homework?
Antwoord: is doing 

Slide 35 - Slide


......... I ........ (skate) on thin ice here?
present continuous

Slide 36 - Open question

present continuous
......... we ............ (walk) home now?

Slide 37 - Open question

present continuous
..... they ........ (fight) with eachother?

Slide 38 - Open question

Hoe maak je ontkenningen
Voor een ontkenning zet je 'not' achter 'am are is'

He is working at the moment.
He is not working at the moment.

Slide 39 - Slide

Multiple choice
Er volgen een aantal dia's met meerkeuze vragen. Kies de juiste vorm van de present continuous! 

Slide 40 - Slide


I ... (not - read) a book for school now.
am/are/is + not + werkwoord + ing
A
am read
B
am reading
C
not read
D
am not reading

Slide 41 - Quiz


They ... (not - watch) tv at this moment.
present continuous - ontkenning
A
is going to watch
B
be not watching
C
are not watching
D
is not watching

Slide 42 - Quiz


They ... (not - watch) tv currently.
present continuous - ontkenning
A
is going to watch
B
be not watching
C
are not watching
D
is not watching

Slide 43 - Quiz

Typing
Bij de volgende slides moet je je antwoord typen.
Type alles wat ontbreekt.
Am/are/is + not + werkwoord-ing

Voorbeeld:
Vraag: The dog .......... (not - wagging) his tail.
Antwoord: is not wagging

Slide 44 - Slide


Miss Lion ........... (not - work) at school.
present continuous - ontkenningen

Slide 45 - Open question


We ....... (not - play) football right now.
present continuous - ontkenningen

Slide 46 - Open question


Your mother ......... (not - give) your phone back.
present continuous - ontkenningen

Slide 47 - Open question

Hoe goed ken je de present continuous?
IK SNAP HET HELEMAAL
IK MOET NOG EEN BEETJE OEFENEN
IK MOET NOG VEEL OEFENEN
IK HEB EXTRA UITLEG NODIG

Slide 48 - Poll

Time left?
De volgende slides zijn websites waarmee je de present continuous kunt oefenen.

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Link

Slide 51 - Link

Homework/ Studytime 
Mak 4.5: 1 t/m 11
Ready … All woordtrainers!

timer
10:00

Slide 52 - Slide

Look! They ... him his present
A
are giveing
B
am giveing
C
are giving
D
is giving

Slide 53 - Quiz