voorbereiden PO H4+H5-les 1

voorbereiden PO H4+H5
  • H4.1 zouten: ionen, verhoudingsformules, namen
  • H4.2 zoutoplossingen: oplosvergelijkingen, hydratatie
  • H5.1 endotherm, exotherm
  • H5.1 energiediagrammen
  • H5.1 activeringsenergie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

voorbereiden PO H4+H5
  • H4.1 zouten: ionen, verhoudingsformules, namen
  • H4.2 zoutoplossingen: oplosvergelijkingen, hydratatie
  • H5.1 endotherm, exotherm
  • H5.1 energiediagrammen
  • H5.1 activeringsenergie

Slide 1 - Slide

 les 1  herhalen H4.1 en 4.2
  • namen en formules van ionen
  • verhoudingsformules van zouten opstellen
  • namen van zouten geven
  • oplosvergelijkingen opstellen
  • hydratatie tekenen

Slide 2 - Slide

Enkelvoudige ionen
Leer deze tabel uit je hoofd

Slide 3 - Slide

Fe          Li                 Pb
      Ca               U
Sleep de lading naar het juiste ion
Elke lading wordt maar één keer gebruikt
1+
2+
3+
4+
6+

Slide 4 - Drag question

nitrietion
acetaation
ammoniumion
hydroxide‑ion
 fosfaation
carbonaation
 CO32-
PO43-
OH-
NH4⁠+
CH3COO-
NO2-

Slide 5 - Drag question

herhaling

Slide 6 - Slide

  1. Schrijf de naam van het zout op.
  2. Schrijf de ionen met ladingen in symbolen.
  3. Bereken de verhouding van de ladingen, zodat het samen 0 is.
  4. Schrijf de verhoudingsformule op. 
  5. Schrijf de zoutformule op zonder ladingen en met de fase. 
Hoe stel je een zoutformule op?

herhaling

Slide 7 - Slide

Wanneer moet je in de formule van een zout haakjes gebruiken?
A
altijd
B
altijd bij enkelvoudige ionen
C
altijd bij samengestelde ionen
D
alleen bij samengestelde ionen die meer dan 1x voorkomen

Slide 8 - Quiz

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
(Na)2CO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 9 - Quiz

Wat is de formule van aluminiumhydroxide?
A
AlOH
B
AlOH3
C
AlOH2
D
Al(OH)3

Slide 10 - Quiz

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 11 - Quiz

FeO
wat is de naam van dit zout?

welke lading heeft het ijzer-ion in dit zout?

Fe2O3
wat is de naam van dit zout?

welke lading heeft het ijzer-ion in dit zout?

Als een ion verschillende ladingen kan hebben, dan geef je de lading van het ion aan in de naam van het zout. Je gebruikt hiervoor een Romeins cijfer

Slide 12 - Slide

Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
A
Fe2(NO3)2
B
Fe(NO3)3
C
Fe(NO3)2
D
FeNO3

Slide 13 - Quiz

sleep de juiste zoutnaam achter de verhoudingsformule. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
timer
2:00
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(III)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 14 - Drag question

Oplossen  van zouten
  • microniveau: oplossen van een zout in water
  • de ionen laten elkaar los en worden omringd door moleculen water
  • dit proces heet hydratatie 

Slide 15 - Slide

Hydratatie
Ionen van een zout worden volledig omringd door watermoleculen. 
Teken hoe Cl- ionen worden omringd door watermoleculen:

Slide 16 - Slide

Een zout oplossen
Zout oplossen in water 
dan valt het uiteen 
in ionen:

Slide 17 - Slide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl
Belangrijk!

Slide 18 - Slide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl. 
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl

Belangrijk!

Slide 19 - Slide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl. 
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl. 

3. Vergeet niet kloppend te maken. Zet de getallen op de juiste plek
Belangrijk!

Slide 20 - Slide

Geef de vergelijking van het oplossen van zinkbromide in water
(de fase-aanduidingen zijn weggelaten ivm lengte van de antwoorden)
A
ZnBr2>Zn2++Br2
B
ZnBr2+H2O>Zn2++2Br
C
ZnBr>Zn2++Br2
D
ZnBr2>Zn2++2Br

Slide 21 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van magnesiumsulfaat
A
MgSO4>Mg2++S2+2O2
B
MgSO4>Mg2++SO42
C
Mg2++S2+2O2>MgSO4
D
Mg2++SO42>MgSO4

Slide 22 - Quiz


Onthoud:
  • alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
  • alle zouten met als negatief ion een nitraat zijn goed oplosbaar
Binas tabel 45A

Slide 23 - Slide

zelf oefenen
Ga naar deze LU bij gedeelde lessen
maak de dia's uit deze LU af
start bij dia 25 

Slide 24 - Slide

welke lading krijgen de volgende atomen als ion?
Sleep ze naar het juiste vak
1-            2-         1+           2+          3+
Ag
Al
Br
S
Zn
Cl
O
Ca
F
Ba
Na
Mg
I
Cu
K
Li

Slide 25 - Drag question

Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42

Slide 26 - Quiz

Geef de verhoudingsformule van
natriumsulfaat

Slide 27 - Open question

Geef de verhoudingsformule van
kopercarbonaat

Slide 28 - Open question

Geef de verhoudingsformule van
magnesiumnitriet

Slide 29 - Open question

Sleep de goed oplosbare zouten naar de linkerkant en de slecht oplosbare zouten naar de rechterkant. Als het niet bij "goed" of "slecht" oplosbare zouten hoort, dan laat je het staan. Maak gebruik van Binas 45A.
goed                                                                             slecht
natriumhydroxide
ammoniak
K2SO3
ijzer(II)chloride
natrium
chloor
HNO3
CaCO3
nitraat
H2O2
PbS
CH3COOH

Slide 30 - Drag question

Geef de oplosvergelijking van bariumbromide

Slide 31 - Open question

Geef de oplosvergelijking van
natriumhydroxide

Slide 32 - Open question

Geef de oplosvergelijking van magnesiumacetaat

Slide 33 - Open question

en nu nog verder oefenen met
  • Test jezelf van H4.1 en 4.2
  • H4.1: opgave 4, 5 en de vaardigheidstrainer
  • H4.2: opgave 4, 8

Slide 34 - Slide