De kans dat de blaas zich te snel aanspant is groter:
als u ouder wordt;
wanneer u, uit voorzorg, extra vaak naar de wc gaat. Uw blaas is dan niet meer gewend om de plas op te houden. Het wordt daardoor lastiger om de plas op te houden;
bij angst om ongewild urine te verliezen;
als u voortdurend de bekkenbodemspieren aangespannen houdt. Dit gaat vaak ongemerkt en geeft druk op de blaas;
als u veel koffie drinkt (of andere dranken met cafeïne zoals thee, cola en energiedrankjes). De blaas vult zich dan sneller, waardoor de druk in de blaas en de aandrang om te plassen toenemen.
als u bepaalde medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld bepaalde plaspillen en medicijnen tegen depressie of psychose).
bij irritatie van de blaas bijvoorbeeld na een blaasontsteking of bestraling (radiotherapie);
na een operatie in het kleine bekken (bijvoorbeeld een operatie tegen urineverlies bij inspanning).
Blaastraining:
kunt oefeningen doen waarbij u het plassen steeds uitstelt.
Dit kan met begeleiding van een bekkenfysiotherapeut.
Voor vrouwen is er ook een app voor op uw telefoon of tablet: URinControl. De app vraagt om een paar persoonlijke gegevens. U krijgt dan herinneringen voor de oefeningen.
Zo leert u de plas steeds langer op te houden. U moet dan gedurende een langere periode dagelijks oefeningen blijven doen.
De meeste mensen merken dat de klachten verminderen of stoppen.
Blaastraining helpt alleen zolang u de oefeningen regelmatig blijft doen.
Adviezen:
Gebruikt u medicijnen (voor een andere aandoening)? Vraag aan uw huisarts of deze medicijnen plasklachten kunnen veroorzaken of verergeren. Als dat zo is, dan kan de huisarts het medicijn misschien minderen of vervangen door een ander medicijn.
Bij fors overgewicht, kan afvallen misschien helpen de klachten te verminderen.
Drinkt u regelmatig koffie (of andere dranken met cafeïne zoals thee, cola en energiedrankjes)? Probeer dan 2 weken geen koffie (of cafeïne-houdende drankjes) te drinken. Kijk of dit helpt.
Zorg wel dat u genoeg blijft drinken (anderhalve liter vocht per dag).
Behandeling
Heeft 3 maanden blaastraining nog te weinig geholpen? Dan kunt u met de huisarts bespreken of u een medicijn wilt gebruiken. Bijvoorbeeld tolterodine .
Dit medicijn ontspant de spieren van de blaas. Er kan daardoor meer urine in de blaas.
Het medicijn kan helpen, maar het is niet bekend of het lang werkt.
Het medicijn heeft ook bijwerkingen, zoals hoofdpijn, een droge mond, huid en ogen, verstopping, wazig zien.
Ook duizeligheid is een bijwerking. Daardoor kunt u makkelijker vallen.
Mensen met dementie mogen het niet hebben. Het kan dementie snel erger maken.
De huisarts bespreekt de voor- en nadelen van dit medicijn met u.
Gaat u het slikken en merkt u geen verbetering na 3 tot 6 maanden? Of heeft u last van bijwerkingen? Dan kunt u ermee stoppen. Bespreek dit met uw huisarts. U kunt in 1 keer stoppen, afbouwen is niet nodig.