Klas 1BK3 - Lesweek 35 - Les 1

Kapitel  drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!


Achtung!
Handys in je eigen tas.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel  drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!


Achtung!
Handys in je eigen tas.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




Slide 1 - Slide

Was macht ihr diese Stunde?



  • Wichtig!
  • Hausaufgaben checken
  • Grammatik der, die, das)
  • Het GROTE der, die, das Spiel
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?
• Je oefent de kloktijden in het Duits.
• Je kent de Duitse lidwoorden: der, die, das.
• Je kunt het geslacht (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig) van zelfstandige naamwoorden bepalen.


Slide 3 - Slide

den Rest des Schuljahres
3 Lesweken + toetsweek / 2 Prüfungen
14 juni -> Oefenen met kijken / luisteren en lezen
21 juni -> Oefenen met kijken / luisteren en lezen

  • Donnerstag 29 juni -> kijk- en luistertoets + woordenschattoets Kapitel 3 (Lernliste N-D)
  • Toetsweek -> leestoets




Slide 4 - Slide

Hausaufgaben checken
BK
KT
Seite 72 -> Aufgabe 14, 15
Antwoorden komen op het bord
Zusammen: Uhrzeiten Aufgabe

Fertig?
Grammatik auf Seite 79  lesen.

Seite 73 -> Aufgabe 10, 11, 12
Antwoordenboekje
Zusammen: Uhrzeiten Aufgabe

Fertig?
Grammatik auf Seite 78 lesen.

Slide 5 - Slide

Hausaufgaben checken

Slide 6 - Slide

Grammatik

Slide 7 - Slide

Lidwoorden 
1.
2.
3.
En welk lidwoord gebruik je bij meervoud?
_________________ boeken?

Slide 8 - Slide

Lidwoorden 
1.
2.
3.
Het lidwoord dat hoort bij meervoud is:
_____________________________

Slide 9 - Slide

der, die of das?
- mannelijke dieren/personen -> der
- vrouwelijke dieren/personen + dingen die eindigen op -e -> die
- veel het woorden -> das
- meervoud -> die

Slide 10 - Slide

Verzin een voorbeeld.
- mannelijke dieren/personen -> der
- vrouwelijke dieren/personen + dingen die eindigen op -e -> die
- veel het woorden -> das
- meervoud -> die

Slide 11 - Slide

Jetzt bist du dran!


Zelfstandig huiswerk maken
Iedereen doet mee
Het is rustig in de klas
Heb je vragen? Hand opsteken.
Gaat de wekker? Dan ruim je je spullen op.
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Het GROTE der, die das Spiel
Ik maak groepjes van vier
1 persoon = spelleider
3 personen = spelers
De spelleider noemt een Duits woord (bijvoorbeeld -> Lehrer)
De spelers kiezen der / die / das
Bij JA -> kaartjes omdraaien.
Spelleider houdt punten bij.

Slide 13 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?

• Je kent de Duitse lidwoorden: der, die, das.
• Je kunt het geslacht (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig) van zelfstandige naamwoorden bepalen.
• Je kent de kloktijden in het Duits.

Slide 14 - Slide

Hausaufgaben
- Je gebruikt een andere kleur pen.
- De antwoorden komen op het bord (BK)
- Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.
Niet gemaakt? 
- Dan maak jij je huiswerk na schooltijd + extra opdracht (ophalen in lokaal 1.05)
- Wekker? Dan open je je boek auf Seite 94 / 96

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide