This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
5 havo ECONOMIE || 2022-2023
Slide 1 - Slide
www.rijksoverheid.nl
Slide 2 - Link
cnvjongeren.nl
Slide 3 - Link
Wat vind jij van het minimumjeugdloon?
Slide 4 - Open question
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen
Slide 5 - Drag question
Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid
Slide 6 - Quiz
Van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt.
Ruime arbeidsmarkt
Aanbod van arbeid is groter dan de vraag.
Krappe arbeidsmarkt
Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod.
Slide 7 - Slide
Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
Slide 8 - Slide
Arbeidsmarktflexibiliteit
In theorie
Arbeidsmarkt is een markt van volkomen concurrentie.
Praktijk
Arbeidsmarkt is NIET flexibel
- Arbeid is niet homogeen maar heterogeen (ervaring, diploma's).
- Wetgeving over bijvoorbeeld ontslagbescherming
- CAO
- Minimumloon
Slide 9 - Slide
Noem voorbeelden van flexwerkers.
Slide 10 - Open question
Nadelen flexibel werk
Meer onzekerheid over je werkuren en inkomen.
Onzekerheid over ontslag.
Geen recht op een uitkering bij ziekte of werkloosheid.
Geen of weinig pensioen.
Zwakkere onderhandelingspositie.
Baanzekerheid is lager.
Slide 11 - Slide
Vakbond
= een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers
Als werknemer kun je lid worden van de vakbond.
Voor elke bedrijfstak/beroepsgroep bestaat een vakbond
alle vakbonden samen = de vakbeweging
Slide 12 - Slide
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden.
Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden
Slide 13 - Slide
Wat zijn voordelen voor een werknemer met een vast contract?
Slide 14 - Open question
Bij welke getallen combinatie is er sprake van meeliftersgedrag?
A
0;0
B
1;-2
C
-1;-1
D
Er is hier geen sprake van meeliftersgedrag
Slide 15 - Quiz
Twee stellingen: I) Meeliftersgedrag zorgt voor een hogere organisatiegraad bij een vakbond II) Een CAO zorgt voor minder transactiekosten dan een individuele arbeidsovereenkomst
A
I) en II) zijn juist
B
I) en II) zijn onjuist
C
I) is juist, II) is onjuist
D
I) is onjuist, II) is juist
Slide 16 - Quiz
Waardoor kan meeliftersgedrag bij een vakbondslidmaatschap worden vermindert?