het bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel: aan het einde van de les...
- kan ik het bezittelijk voornaamwoord toepassen in een Franse zin

- kan ik de dagen van de week vertalen in het Frans

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eerst het huiswerk controleren:
Hoe zeg je "maandag" in het Frans?
A
mardi
B
mercredi
C
vendredi
D
lundi

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je "dinsdag" in het Frans?
A
mercredi
B
jeudi
C
mardi
D
dimanche

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je "zaterdag" in het Frans?
A
vendredi
B
samedi
C
dimanche
D
jeudi

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je "donderdag" in het Frans?
A
jeudi
B
mercredi
C
vendredi
D
mardi

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands? Geef voorbeelden.

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin:
Mijn kat speelt in de sneeuw.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

En in het Frans dan?
Mon chat joue dans la neige.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

https://www.bonjourdefrance.com/exercices/les-adjectifs-possessifs.html

Slide 13 - Video

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

neem het schema over in je schrift en maak een foto

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

(Mijn)___ maison est très belle.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ses

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Rosa, ici tu vois (mijn) ___ cousine.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ta

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

(jouw) ..... maison
A
ton
B
tes
C
ta

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

(Haar)___ père travaille comme prof.
A
Son
B
Sa
C
S'
D
Ses

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

C'est (zijn) ___ tante.
A
son
B
sa
C
ses
D
ta

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

c'est (onze) .............. hond
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

c'est (hun)________ ami
A
leurs
B
sleur
C
leur
D
luer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

voilà (uw)................vêtements
A
vos
B
voi
C
votre
D
wu

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk: 
30+31 pages 126+127+128

Slide 24 - Slide

This item has no instructions