het bezittelijk voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Lesdoel: aan het einde van de les...

- kan ik het bezittelijk voornaamwoord toepassen in een Franse zin

- kan ik de dagen van de week vertalen in het Frans

Eerst het huiswerk controleren:
Hoe zeg je "maandag" in het Frans?

1. mardi
2. mercredi
3. vendredi
4. lundi

Hoe zeg je "dinsdag" in het Frans?

1. mercredi
2. jeudi
3. mardi
4. dimanche

Hoe zeg je "zaterdag" in het Frans?

1. vendredi
2. samedi
3. dimanche
4. jeudi

Hoe zeg je "donderdag" in het Frans?

1. jeudi
2. mercredi
3. vendredi
4. mardi

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands? Geef voorbeelden.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin:
Mijn kat speelt in de sneeuw.

En in het Frans dan?
Mon chat joue dans la neige.

(Mijn)___ maison est très belle.

1. Mon
2. Ma
3. Mes
4. Ses

Rosa, ici tu vois (mijn) ___ cousine.

1. Mon
2. Ma
3. Mes
4. Ta

(jouw) ..... maison

1. ton
2. tes
3. ta

(Haar)___ père travaille comme prof.

1. Son
2. Sa
3. S'
4. Ses

C'est (zijn) ___ tante.

1. son
2. sa
3. ses
4. ta

c'est (onze) .............. hond

1. nos
2. notre
3. vos
4. votre

c'est (hun)________ ami

1. leurs
2. sleur
3. leur
4. luer

voilà (uw)................vêtements

1. vos
2. voi
3. votre
4. wu