BIOT P3.2_Pancreas_Amylase en Lipase

Pancreas (alvleesklier)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Pancreas (alvleesklier)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pancreas als klier
Pancreas heeft exocriene en endocriene functies
Exocrien = afgifte van enzymen via een holte of buis naar het lumen van het verteringsstelsel (duodenum), bv pancreas, zweetklieren
Endocrien = directe afgifte van hormonen zoals insuline en glucagon aan het bloed, bv pancreas, hypofyse, schildklier
Pancreassap (exocrien)
Pancreassap (1,5 L/dag) bestaat uit:
- water
- mucus
- pancreas-amylase (p-amylase) -> dezelfde werking als s-amylase
- proteinasen -> deze breken polypeptideketens af tot dipeptiden en monopeptiden (= aminozuren)
- lipase -> aanwezige lipiden uit voeding worden afgebroken tot monoglyceriden en vetzuren (zie vorige slide)
- NaHCO3 -> alkalisch molecuul dat zorgt voor pH neutralisatie in het duodenum. De gevormde pH (pH 7-8) is optimaal voor de aanwezige enzymen in het duodenum. 
Eiwitvertering
De aanwezige proteinasen (eiwitsplitsende enzymen) trypsine en chymotrypsine en door de dunne darm aangemaakte aminopeptidase zetten polypeptidenketens om in dipeptiden en monopeptiden (= aminozuren).
De dipeptiden en aminozuren worden via het darmepitheel opgenomen in het bloed en getransporteerd naar de lever om vervolgens als bouwsteen te worden gebruikt bij de productie van eiwitten, zoals albumine en stollingsfactoren.
Vetvertering
De geemulsifeerde lipiden (door de galzure zouten) worden door lipase (in het pancreassap) afgebroken tot monoglyceriden en vetzuren die vervolgens worden opgenomen door het darmepitheel. De gevormde triglyceriden worden vervoerd naar de lever voor de prodcuie van lipoproteinen. 
Pancreassap (endocrien)
Eilandjes van Langerhans produceren hormonen:
- insuline
- glucagon
- somastatine (niet kennen)

Slide 2 - Slide

Opgebouwd
uit lobben.
Exocriene klieren hebben elk
hun eigen afvoergang -
komen uit in de
alvleesklierbuis
Endocriene klieren secreteren hormonen in haarvaten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

De pancreas is een orgaan met
A
Endocriene functie
B
Exocriene functie
C
Endo- exocriene functie
D
Digestieve functie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Door welk enzym (gemaakt in de pancreas) worden polysachariden afgebroken ?
A
Amylase
B
Amylose
C
Amylopectine
D
Amyfase

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De pancreas produceert de volgende enzymen...
A
amylase
B
(co)-lipase
C
trypsine
D
biocarbonaat

Slide 7 - Quiz

Bicarbonaat wordt wel geproduceerd door de pancreas maar is geen enzym!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Pancreas
in detail

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

25% renaal geklaard betekent dat 25% van het amylase enzym 25% wordt uitgescheiden door de nieren met de urine. 75% wordt dus weer terugeresobeerd.

Lipase daarentegen wordt volledig teruggeresorbeerd in d eieren en dus helemaal niet uitgescheiden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

ULN betekent upper limit, dus bovengrens

Slide 14 - Slide

Bij acute pancreatitis is het pancreasweefsel nog wel aanwezig (itt chronische pancreatitis) maar ontstoken/beschadigd. Hierdoor verliezen pancreascellen hun inhoud inclusief amylase en lipase. Deze enzymen komen in hoge getale vrij in het bloed.

Meest voorkomende oorzaak van acute pancreatitis zijn galstenen (blokkade van de doorgang van de galwegen) en alcoholmisbruik

Bij acute pancreatitis wordt bij voorkeur lipase gemeten ipv amylase. Redenen daarvoor zijn:
- lipase wordt uitsluitend door de pancreas geproduceerd en amylase ook door speeksel klieren
- lipase is langer verhoogd aantoonbaar (zie slide 13). Lipase levels zijn pas na 8-14 dagen normaal
- lipase wordt niet uitgescheiden door de nieren en volledig terugresorbeerd.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Bij chronische pancreatitis is er vrijwel geen pancreasweefsel meer doordat al het weefsel kapot is gegaan door bv alcoholmisbruik of langdurige ontstekingen. Doordat er geen pancreasweefsel meer aanwezig is, en dus ook geen cellen wordt er geen amylase en lipase meer geproduceerd. Het in bloed aanwezige amylase en lipase liggen binnen de referntiewaarden en lijkt het alsof er niet aan de hand is. 
Echter, wordt er ook geen p-elastase en chymotrypsine meer aangemaakt omdat het pancreasweefsel kapot is. Dit heeft als gevolg malabsorptie van vetoplosbare vitaminen en vettige ontlasting (steatorroe). 
Bij verdenking op chronische pancreatitis wordt er vaak functioneel gekeken, dus naar vettige ontlasting ipv naar amylase/lipase (deze zijn normaal)
.
Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute pancreatitis?
A
Idiopatisch
B
Alcohol misbruik
C
Galstenen
D
Griep

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bekijk casus I
Is pancreatitis aannemelijk?
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Amylase-activiteit in bloed is 4x verhoogd. Lipase-activiteit is normaal. Urine amylase is ook normaal. 
Dit laatste wijst op macro-amylase. Amylase, vaak S-amylase, is dan gebonden aan een immuunglobuline IgA of IgG. Het is dan zo groot dat het niet meer uitgescheiden kan worden via de urine en blijft in het bloed circuleren.  
Dit fenomeen heeft geen klinische betekenis. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bekijk casus II
Welke diagnose is aannemelijk?
A
acute pancreatitis
B
nierinsufficientie
C
macro-amylasemie
D
maligniteit

Slide 23 - Quiz

Maligniteit betekent het ontstaan van een kwaadaardigheid.

Aannemelijk is acute pancreatitis door de verhoogde lipase-activiteit en amylose-activiteit op moment van opname. Ook de verhoogde waarde van CRP versterkt de diagnose acute pancreatitis