Wat is biologie?

1 / 27
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Welkom bij biologie
Introductie biologie

... 

Slide 2 - Slide

Wat betekent het woord biologie?
A
Levensleer
B
Natuurleer
C
Organismen
D
Levende organismen

Slide 3 - Quiz

Waar leer je over bij biologie?
A
Je leert alleen over de wetenschap van de natuur
B
Je krijgt kennis over de mens
C
Je leert alles over levende wezens
D
Je leert wat levend, dood, en levenloos is

Slide 4 - Quiz

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 5 - Slide

Celkenmerken
Organismen worden op basis van celkenmerken verdeeld

Wat zijn voorbeelden van celkenmerken? 



  • Celwand, Celkern, Bladgroenkorrels
  • Eencellig: bacteriën en sommige schimmels
  • Meercellig: dieren, planten en schimmels

Slide 6 - Slide


Wat zijn voorbeelden van celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Slide 7 - Quiz

Plantaardige cel
Een plantaardige cel heeft:
  • Celwand
  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • Celkern
  • Vacuole
  • Bladgroenkorrels

Slide 8 - Slide

Schimmel cel
Planten cel

Slide 9 - Slide

Dierlijke cel
  • Een dierlijke cel heeft 3 onderdelen:

  1. Celmembraan
  2. Cytoplasma
  3. Celkern

Slide 10 - Slide

Bacterie-cel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma

Slide 11 - Slide

Welk van de onderstaande kenmerken heeft een bacterie?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrel

Slide 12 - Quiz

Welk of welke celkenmerken hebben dieren?
A
Celkern en celwand
B
Celkern
C
Celkern en bladgroenkorrels
D
celwand en bladgroenkorrels

Slide 13 - Quiz

Wat is geen celkenmerk van schimmels
A
Celkern
B
Celwand
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 14 - Quiz

Welke celkenmerken heeft een plantencel?
A
Bladgroenkorrels en celkern
B
Bladgroenkorrels en celwand
C
Celkern en celwand
D
Bladgroenkorrels, celkern én celwand

Slide 15 - Quiz

Organisatieniveau
    Cel         -         weefsel         -         orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Organisatieniveau van groot naar klein
A
orgaan -organisme -weefsel -cel -organenstelsel
B
organisme- organenstelsel- orgaan - weefsel - cel
C
weefsel - cel- orgaan - organisme- organenstelsel
D
organenstelsel- orgaan - organisme - weefsel- cel

Slide 18 - Quiz

Wat is een weefsel?
A
Een groep cellen met een andere functie
B
Een groep organen met dezelfde functie
C
Een groep cellen met dezelfde functie
D
Een groep organen met dezelfde functie

Slide 19 - Quiz

Organen

Je lichaam bestaat uit organen.

Elk orgaan heeft een functie (eigen taak)

Organen kun je bekijken in een torso

Slide 20 - Slide

Organen planten
Planten hebben ook organen.

De organen van planten zijn: bloem, blad, stengel en wortel

Slide 21 - Slide

Heeft een kip organen? En heeft een tulp organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een tulp heeft organen
C
Een kip en een tulp hebben allebei organen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 24 - Quiz

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Bottenstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 25 - Quiz

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 26 - Quiz

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Skelet
D
Verteringsstelsel

Slide 27 - Quiz