Peuters komen van alles tegen en merkt dat alles een naam heeft.
Concreet, magisch en animistisch denken
concreet denken -> richt zich op alles wat aanwezig is en tastbaar
magisch denken-> Het verklaren van onverklaarbare gebeurtenissen.
Waar is de zon 's nachts? -> Die slaapt. Het kind maakt dingen voor zichzelf logisch
Animistisch denken ->Menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze
voorwerpen.