This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
dikke spierwand
rechter kamer
bovenste
holle
ader
long
ader
long
slagader
linker
kamer
Slide 1 - Drag question
halvemaanvormige kleppen
longader
rechterkamer
onderste holle ader
kransader
harttussenwand
linkerkamer
hartkleppen
kransslagader
rechterboezem
linkerboezem
aorta
longslagader
Slide 2 - Drag question
Nieren en Lymfe
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
3.7 Weefselvloeistof en lymfe
Leerdoel: Ik kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.
Bloed stroomt door je bloedvaten en vervoert stoffen naar alle delen van het lichaam. Een deel van het vocht uit bloed komt buiten de bloedvaten terecht. Daar noem je het weefselvloeistof.
Slide 9 - Slide
LYMFE
LYMFE
Slide 10 - Slide
Lymfe en lymfevaten
Weefselvloeistof die niet is opgenomen door de haarvaten, komt terecht in fijne lymfevaten.
De vloeistof in lymfevaten heet lymfe en bestaat ui water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen.
Slide 11 - Slide
Lymfe en lymfevaten
Lymfevatenstelsel: alle grote en kleine lymfevaten samen.
Alle lymfe komt uiteindelijk terecht in twee grote lymfevaten: de rechterlymfestam en de borstbuis.
Aders onder de sleutelbeenderen
Bovenste holle ader
Slide 12 - Slide
Lymfeknopen
Op bepaalde plaatsen in het lichaam liggen lymfeknopen (lymfeklieren):
Hals
Oksels
Liezen
De lymfeknopen zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
vragen
VRAGEN?
Slide 15 - Slide
Wat is de functie van weefselvloeistof?
Slide 16 - Open question
Wat is lymfe?
A
Bloedplasma
B
Vloeistof die uit de lymfevaten de weefsels in gaat.
C
Vloeistof met rode bloedcellen.
D
Vloeistof die in de lymfevaten is gestroomd.
Slide 17 - Quiz
Waar bestaat lymfe uit?
A
Rode bloedcellen en wittebloedcellen
B
Witte bloedcellen en water
C
witte bloedcellen, water en opgeloste stoffen
D
Rode bloedcellen , water en opgeloste stoffen
Slide 18 - Quiz
De functie van het lymfestelsel is:
A
vervoeren zuurstof
B
afvoeren glucose
C
controleren op ziekteverwekkers
D
bloedstolling
Slide 19 - Quiz
Wat hoort waarbij?
bloedplasma
weefselvloeistof
lymfe
haarvaten
weefsels
lymfevaten
Slide 20 - Drag question
Sleep de juiste namen naar hun plek.
4
5
6
3
2
1
Haarvat
Lymfevat
Lymfe
Rode bloedcel
Bloedplasma
Weefselvloeistof
Slide 21 - Drag question
lymfe
bloedplasma
weefselvloeistof
Slide 22 - Drag question
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader
Slide 23 - Drag question
Waar vindt het filtratieproces plaats in de nieren?
A
nierbekken en urinebuis
B
nierbekken en verzamelbuisje
C
nierschors en niermerg
D
verzamelbuisje en eerste gekronkelde nierbuisje
Slide 24 - Quiz
Waaruit halen de niercellen glucose voor verbranding om hun functie uit te kunnen voeren?
A
De nierader
B
De nierslagader
C
Het eerste gekronkelde nierbuisje
D
De verzamelbuis
Slide 25 - Quiz
Cel
Rode bloedcel
Weefselvloeistof
Opening in een bloedvat
Bloedvat
Slide 26 - Drag question
Op welke plek komen lymfeknopen voor?
Slide 27 - Mind map
Bij iemand met een tatoeage op de rechterarm ontstond na enige jaren een donkere vlek in de rechteroksel. Leg uit waardoor dat komt.
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Video
Maak: 1 t/m 3 + 5 t/m 10 van bs 4
Tijd over: maak 1 t/m 5 van bs 7 en 1 t/m 3 + 5 van bs 8