Toets Spelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

 Spelling

Wat weet je nog van spelling?

Alles nog

Iets

Mwhoo, gaat wel

Wat is spelling?

Je krijgt verschillende vragen over de spelling zoals werkwoordspelling of het gebruik van een trema.  

Maar eerst dit ..........

Werkwoordspelling

Heb je wat van deze les geleerd?
Ja? Wat heb je geleerd?

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Als u met u creditcard betaal.., moet u dit wel melden.

1. Betaald
2. Betaaldt
3. Betaalt
4. Betaal

Naar alle mensen die langs de kant stonden, hebben de prinsesje (wuiven)

1. gewuift
2. gewuifd
3. gewuivt
4. gewuivd

Gisteren (updaten) Marnix zijn laptop opnieuw

1. update
2. updatede
3. updatete
4. updated

Toen de show was afgelopen, verlieten de bezoekers (lachen) het theater

1. lachent
2. lachendt
3. lachend
4. -

Jij hebt dit goed (timen)

1. getimed
2. getimt
3. getimet
4. getimd

Gisteren (paintballen) de teams in een loods

1. Paintballden
2. Paintbalde
3. Paintbalden
4. Paintballde

De leerling-kok (braden) het vlees aan beide kanten goudbruin

1. braden
2. braade
3. braadde
4. braadden

Herman en zijn vriendin (reizen) vorig jaar naar Indonesie.

1. reiste
2. reisten
3. reisde
4. reisden

Denk jij dat zijn directeur iedereen altijd vertrouw...

1. Vertrouwt
2. Vertouwdt
3. Vertrouwd
4. Vertrouwdd

De geërgerde werknemers (bonzen) boos op de deur

1. bonsde
2. bonsden
3. bonste
4. bonsten

Trema

Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.

geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.

tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.

museum, opticien, petroleum

Trema?
financieel

1. ja
2. nee

Trema
Wanneer gebruik je een trema?

1. Als binnen een woord klinkers botsen
2. Gewoon omdat het leuk staat.

Trema?
industriele

1. ja
2. nee

Hoe schrijf je het meervoud van genie?

Apostrof of niet?

1. Karins handtas
2. Karin's handtas
3. Karins' handtas
4. Karins's handtas

Wanneer gebruik je een apostrof?

1. Als één of meer letters zijn weggelaten
2. bij bezitsaanduidingen
3. na cijfers en afkortingen
4. alle antwoorden zijn goed

Apostrof of niet?

1. cdtje
2. cd'tje

Wat is de apostrof?

1. ;
2. /
3. '
4. "

Apostrof?
65+ + er

1. 65+-er
2. 65+'er
3. 65+er

Een samenstelling

1. is een woord gemaakt van meerdere losse woorden
2. zijn losse woorden, die eerst aan elkaar vast zaten
3. is een gezin dat bestaat uit ouders met kinderen uit een eerdere relatie
4. leer je bij wiskunde

Wat is een samenstelling?

1. Aaibaar
2. Meisjesfiets
3. kapot
4. niks

Wat is geen samenstelling?

1. jongensboek
2. stadsschouwburg
3. gewitte
4. huiswerkmap

Waarom schrijf je dorpsschool?

1. Je hoort de -s- in dezelfde soort samenstellingen.
2. Je hoort de -s-.
3. Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.
4. Het eerste woord heeft een meervoud op -en en op -s.

Wat is een samenstelling?

1. avon+tuur = avontuur
2. melk + pak = melkpak
3. honger+ig = hongerig

Wat is een samenstelling?

1. dierentuin
2. waterfles
3. computer
4. schermpjes

wat is een samenstelling?

1. meerdere woorden vormen een woord
2. twee woorden vormen een woord
3. een woord met een voorvoegsel
4. een woord met een achtervoegsel

Wat is een samenstelling?

1. betekenis
2. persoon
3. telefoon
4. nagellak

Wat is geen samenstelling?

1. jongensboek
2. stadsschouwburg
3. gewitte
4. apetrots

Wat hebben we geleerd?

heel veel

niets

een beetje

veel

Wat vond je van de Lessonup?

😒🙁😐🙂😃