1. Het achterstevoren uitspreken van het woord bijvoorbeeld bij ams < sma, arrap < parra, assif < fissa, doeg < goed, diem< meid.
2. De stam van het woord wordt achterstevoren uitgesproken, achtervoegsels zoals –je of –en blijven staan bijvoorbeeld lavven < vallen, meeten < teemen, koomsen < smoken.
3. De omkering van klinkers duo < oud
4. De medeklinkers van de eerste lettergreep worden omgedraaid bijvoorbeeld: comro < mocro, fino < info, gawie < waggie.