What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
lezen h3/ tekstverbanden
lezen H 3
Lezen
Herhaling signaalwoorden/ tekstverbanden
opdracht 2 nakijken
opdracht 3 maken
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
lezen H 3
Lezen
Herhaling signaalwoorden/ tekstverbanden
opdracht 2 nakijken
opdracht 3 maken
Slide 1 - Slide
Theorie
Chronologisch verband
; vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen etc.
Opsommend verband
; ten eerste, ten tweede, om te beginnen, verder, ten slotte, en , niet alleen, maar ook, getallen en dots
Slide 2 - Slide
Theorie
Tegenstellend verband
; maar, hoewel, tegenover, daarentegen, echter, toch, ofschoon, aan de ene kant/ aan de andere kant, ondanks dat etc.
Toelichtend verband
(voorbeeld); bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou etc.
Slide 3 - Slide
De volgende woorden zijn signaalwoorden van OPSOMMING.
A
ten eerste, ten tweede, ook verder
B
vervolgens, toen, terwijl, ten slotte
C
kwadraat, breuk, deelsom, optelsom
D
plus, min, eraf, erbij, keer
Slide 4 - Quiz
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 5 - Quiz
schema
Slide 6 - Slide
Verwijder eerst het stickertje, druk daarna op de startknop. Wat zijn de signaalwoorden voor volgorde van tijd?
A
druk, eerst
B
startknop, daarna
C
verwijder, eerst
D
eerst, daarna
Slide 7 - Quiz
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 8 - Quiz
Welk verband staat in deze zin?
In de winkel haal ik brood en melk.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Chronologisch
D
Toelichtend
Slide 9 - Quiz
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
chronologisch
B
opsomming
C
toelichtend
D
tegenstelling
Slide 10 - Quiz
De volgende woorden zijn signaalwoorden van VOLGORDE VAN TIJD in een tekst.
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
1,2,3,4,5,6,7
C
eerst, daarna, vervolgens, toen
D
maar, waarom, hoezo, waartoe, echt niet.
Slide 11 - Quiz
Welk verband staat in deze zin?
Zijn vriendin daarentegen is wel heel erg aardig.
A
Opsomming
B
Toelichting
C
Chronologisch
D
Tegenstelling
Slide 12 - Quiz
Wat is een opsomming?
A
Dat betekent dat er een som staat in de tekst.
B
Als er in een zin of tekst een opsomming wordt gemaakt van iets.
C
Dat betekent dat er iets wiskundigs wordt besproken in de tekst.
D
Als er een eind wordt gemaakt aan een verhaal.
Slide 13 - Quiz
More lessons like this
lezen h3/ tekstverbanden
January 2019
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
lezen h3/ tekstverbanden
August 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 2
2021_01_h4_tekstverbanden en signaalwoorden 1v
May 2016
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
lezen h3/ tekstverbanden
January 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1.3 Lezen Tekstverbanden en signaalwoorden
September 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
43 Verbanden-signaalwoorden
April 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
18-11 - ag1a - Tekstverbanden + signaalwoorden
November 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Mini-les Signaalwoorden en verbanden
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1