This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Plinius brief 23, r. 20-eind
Slide 1 - Slide
onderwerp brief 23?
Slide 2 - Mind map
Zoek het Latijn dat fout vertaald is
noteer de Latijnse woorden die fout vertaald zijn IN DE VOLGORDE WAARIN ZE IN DE ZIN STAAN'
dit geldt ook als er een constructie-fout is, bijvoorbeeld ablabs niet als ablabs vertaald. Dan noteer je dus de ablabs
gebruik geen hoofdletters of leestekens en alleen de woorden die fout zijn!
Slide 3 - Slide
20-22: Het is een slechte zaak als de macht van anderen op de proef wordt gesteld door het beledigen van anderen, een slechte zaak als aanzien wordt verkregen door terreur, en liefde [is] veel effectiever dan angst om te bereiken wat je wilt
Slide 4 - Open question
22-23: Want angst verdwijnt, telkens als men/je weg zult gaan, de liefde blijft, en zoals díe in haat omslaat, verandert déze in respect.
Slide 5 - Open question
met HIC en ILLE in r. 23 wordt verwezen naar?
A
ille = odium
hic = reverentiam
B
ille = timor
hic = amor
C
ille = reverentiam
hic = odium
D
ille = amor
hic = timor
Slide 6 - Quiz
25-26: Het is echt nodig dat jij altijd weer (want ik zal het herhalen) hebt gedacht aan de omschrijving van jouw taak en dat jij zelf aan jezelf uitlegt, wat voor een soort en wat een grote taak het is om de situatie in/van vrije staten op orde te brengen.
Slide 7 - Open question
r. 25 quale =
A
abl ev m
B
abl ev o
C
nom ev o
D
acc ev o
Slide 8 - Quiz
26-27: Wat wat [gaat] de burgers meer aan dan orde, wat [is] kostbaarder da vrijheid? Vervolgens hoe schandelijk, als de orde voor ontwrichting, slavernij voor vrijheid wordt ingewisseld!
Slide 9 - Open question
Wat is waar? Civilius r. 26
A
is een comparativus, bijwoordelijke vorm
B
is comparativus mannelijk
C
is een nominativus
D
vertaal je met "nogal de burger betreffend"
Slide 10 - Quiz
28-29: Er komt bij dat het voor jou een wedstrijd is met jezelf: de reputatie van jouw quaestuur legt een zware druk op jou, omdat je die uit Bithynia voortreffelijk mee naar huis hebt gebracht;
Slide 11 - Open question
quod in r. 28 is hier
A
betr. vnw onz. zelfstandig (dat)
B
betr. vnw onz. bijvoeglijk (bij certamen)
C
(het feit) dat (voegwoord)
D
omdat (voegwoord)
Slide 12 - Quiz
28-30: de lovende getuigenis van de keizer drukt op jou, je tribunaat, met de praetuur en juist dit gouverneurschap dat [jou] bij wijze van/als beloning is gegeven.
Slide 13 - Open question
data r. 30 is NIET
A
congrueert met legatio
B
de persoonsvorm
C
een ppp
D
praedicatief vertaald
Slide 14 - Quiz
Des te meer is het om te streven om niet de indruk te wekken menselijker, beter, ervarener geweest te zijn in [die] afgelegen provincie dan in [die] vlakbij Rome, meer tussen onderworpen mensen dan tussen vrije burgers, meer toen je was uitgezonden door loting dan op voorspraak van de keizer, meer [toen je] onervaren en onbekend [was] dan ....
Slide 15 - Open question
videaris r. 34 is een coni
A
afh. vraag
B
finalis (doel)
C
na ne = dat
D
na ne = om niet te, dat niet
Slide 16 - Quiz
32-35: ... meer toen je was uitgezonden door de keizer, meer [toen je] van een onervarene en onbekend [was] dan [nu] jij jezelf hebt bewezen en algemeen erkend wordt, omdat het over het algemeen, zoals je dikwijls gehoord en gelezen hebt, veel beschamender is een goede naam te verliezen dan deze niet te krijgen
Slide 17 - Open question
rudis r. 32 is NIET
A
een nominativus
B
een dativus meervoud
C
een bvnw volgens fortis
Slide 18 - Quiz
Ik zou willen dat je dit gelooft, wat ik in het begin heb gezegd, dat ik dit schrijf (heb geschreven) als aanporing (aansporend), niet belerend; hoewel ook [een beetje] belerend.
Slide 19 - Open question
haec r. 36
A
is LV bij scripsisse
B
is LV bij credas
C
is het antecedent van quod
D
is nom ev vr
Slide 20 - Quiz
Want ik ben niet bang dat ik in mijn genegenheid [voor jou] te ver zal zijn gegaan /de maat heb overschreden. Er is immers geen gevaar dat te veel is, wat zeer groot moet zijn zijn. Groeten.