les 15/5: bijvoeglijke bijzin + betrekkelijk vnw

Aan het eind van deze week:
- kun je zinsdeelzinnen herkennen in een samengestelde zin;
- weet je wat een bijvoeglijke bijzin is.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- kun je zinsdeelzinnen herkennen in een samengestelde zin;
- weet je wat een bijvoeglijke bijzin is.

Slide 1 - Slide

De zomers worden steeds warmer [door een toename van de zonnestraling.]

1. Is het deel tussen haakjes een zinsdeel of zinsdeelzin?
2. Wat voor zinsdeel of zinsdeelzin is het? (ow, lv, etc.)

Slide 2 - Open question

Elektrische auto's kunnen geen caravan trekken, doordat ze weinig vermogen hebben. 
Dit artikel beschrijft dat de ontwikkeling van duurzame energievoorziening door corona stilligt. 
Sleep de zinsdeelzin naar de juiste plek. 
Ow-zin
lv-zin
mv-zin
bwb-zin
Elektrische auto's kunnen geen caravan trekken. 
Doordat ze te weinig vermogen hebben. 
Dit artikel beschrijft. 
Dat de ontwikkeling van duurzame energievoorziening door corona stilligt. 

Slide 3 - Drag question

[Wie hem helpt bij het opknappen van zijn tuin], geeft hij een stekje.

Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin

Slide 4 - Quiz

[Wat Ariël jou wijsmaakt], heeft hij zelf verzonnen.

1. Is het deel tussen haakjes een zinsdeel of zinsdeelzin?
2. Wat voor zinsdeel of zinsdeelzin is het? (ow, lv, etc.)

Slide 5 - Open question

Nu weet zij dus [waarom ze werd gewaarschuwd].

Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin

Slide 6 - Quiz

[Wie doorrijdt], geeft hij een waarschuwing.

Wat is het type zinsdeelzin?
A
onderwerpszin
B
bijwoordelijke bepalingszin
C
lijdend voorwerpzin
D
meewerkend voorwerpszin

Slide 7 - Quiz

Bijvoeglijke bijzin
Uitleg! Pak je schrift om mee te schrijven.

Slide 8 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel , maar onderdeel van een zinsdeel.

  • De oude man loopt op straat
oude = bijvoeglijke bepaling bij man

  • De man in de auto gaat naar huis.
in de auto = bijvoeglijke bepaling bij man

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijke bijzin
In een woordgroep met een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord als kern kunnen bijvoeglijke bepalingen staan. 

1 Deze nieuwe snelweg (zn) veroorzaakt geluidsoverlast voor omwonenden.
2 Deze snelweg (zn), die nieuw is (bijv. bijzin), veroorzaakt geluidsoverlast voor omwonenden.

In zin 1 is het onderwerp "Deze nieuwe snelweg". Daarbinnen is nieuwe een bijvoeglijke bepaling bij de kern snelweg.
In zin 2 is het onderwerp "Deze snelweg, die nieuw is". Het zinnetje die nieuw is is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij de kern snelweg.

Deze bijvoeglijke bepaling is een zin. Dat zie je aan de persoonsvorm is – en heet daarom een bijvoeglijke bijzin. Dat noteer je zo:


bijv.bijzin = die nieuw is → snelweg

Slide 10 - Slide

Een bijvoeglijke bijzin:

  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord;
  • begint vaak met die of dat;
  • is een zin en heeft dus een persoonsvorm;
  • is geen zinsdeel (zoals een ow-zin, lv-zin, mv-zin, vv-zin en bwb-zin), maar een zinsdeelstuk, net als een gewone bijvoeglijke bepaling;
  • kun je meestal weglaten: er blijft een correcte zin over.




Slide 11 - Slide

Bladzijde 230
Kijk naar opdracht 1: markeer in elke zin het zelfstandig naamwoord waarbij de bijvoeglijke bijzin hoort. 
Wat moeten we doen? 

Slide 12 - Slide

Weet je nu:
- Hoe je zinsdeelzinnen kunt herkennen in een samengestelde zin? 
- wat een bijvoeglijke bijzin is? 


Denk om: morgen je leesboek mee!
Huiswerk
    Grammatica zinsdelen §11: Zinsdeelzinnen
    bladzijde 226 en 227
    • Opdracht 1 t/m 5
    Grammatica zinsdelen §13: Bijvoeglijke bijzin
    bladzijde 230 en 231
    • Opdracht 1 t/m 3

        Slide 13 - Slide