This lesson contains 28 slides, with text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
lesprogramma
Huiswerk opgave 11 en 12 van 2.4
Par 2.5
Slide 1 - Slide
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950
Tijd van Televisie en computer 1950 - heden
Slide 2 - Slide
2.5 Kiezer, Kamer en Kabinet
1919 - heden
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe het komt dat er verschillende politieke partijen zijn, wat de taken zijn van parlement en kabinet en hoe een formatie verloopt.
Slide 4 - Slide
Waar waren we gebleven?
politieke geschiedenis van 1815-1919 (par 2.1 t/m 2.4)
de huidige politiek (par 2.5)
Slide 5 - Slide
Links en rechts
Wat is dat???
Vanuit de Franse tijd:
Links= progressief
rechts= conservatief
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Verschillen eerste en tweede kamer?
Slide 10 - Slide
opdracht 2.5
Havo; 2.5 opdracht 1 t/m 3
VWO opdracht 1 en 2
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Je kunt uitleggen wat de rol van het kabinet ten opzichte van het parlement is.
Doe dit in tweetallen
(wat is het kabinet, wat is de regering, wat is het parlement)Wat doet het parlement? wat is de verhouding tussen regering en parlement
Slide 13 - Slide
krachtenveld
Slide 14 - Slide
Je kunt uitleggen hoe een formatie in Nederland tot stand komt.
kijk naar de filmpjes en schrijf de volgorde van de formatie op.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
coalitie/oppositie/gedoogsteun
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Havo vraag 7
VWO vraag 4
Slide 20 - Slide
Aan de slag
maak de opdr van
par 2.5 in TvG
Slide 21 - Slide
ntr.nl
Slide 22 - Link
Demissionair
aftreden kabinet 2021- toeslagenaffaire
filmpje
aftreden kabinet 2023- migratie
filmpje
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
demissionair kabinet: controversiele thema's die niet meer behandeld worden.
Welk thema wordt door het huidige kabinet nog wel behandeld?
Slide 26 - Slide
nos.nl
Slide 27 - Link
Formatie
1.Verkiezingsuitslag
2.verkenner; alle partijen bevragen
3.Informateur: met de grootste partijen onderhandelen over een regeerakkoord
4.Formateur: het kabinet samenstellen (ministers en staatssecretarissen zoeken)