1G2 - di 30 januari 2024 - lesuur 1 en 2 - lezen, thema 3, dictee

Goedemorgen allemaal!

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen allemaal!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

4 uur NT2 met mij
1. Lezen en huiswerk bespreken
2. Thema 3 woorden herhalen
3. Dictee
4. Werkwoorden met 'zich'

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide

Lezen
- Wie leest graag een boek?

- Nederlandse boeken lezen

- Nieuwe woorden? Schrijf ze in je woordenschrift

Slide 4 - Slide

Lezen
Je kiest een boek en gaat zelfstandig lezen tot 9:40 uur.

Slide 5 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- Huiswerk laten zien.
- Uitleg over vragen maken.
- oefenen met vragen maken. 

Slide 6 - Slide

Huiswerk controleren 
Niet af? Na school bij mij afmaken

Slide 7 - Slide

Huiswerk  
Dinsdag 6 februari: 

Woordenlijst pagina 2: woorden vertalen en zinnen schrijven

Slide 8 - Slide

Doel van de les:
In deze les ga je leren om met een woordenschrift te werken. 

Slide 9 - Slide

Welke woorden heb je deze week geleerd?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Thema 3  - wonen - dag 1

Slide 12 - Slide

aan
  • voor wie is het? 
  • zin: Ik schrijf een brief aan mijn broer.
  • zin:  Ik geef de tas aan mijn moeder.
1

Slide 13 - Slide

achter
  • achter < > voor
  • aan de andere kant van iets of iemand
  • zin:  De poes zit achter de doos.
  • zin: Ik zit achter in de klas.
2

Slide 14 - Slide

al
  • alles
  • allemaal 
  • zin: Ik heb het al gehoord.
  • zinAl zijn broers wonen in Nederland.
3

Slide 15 - Slide

blauw
  • kleur van zee 
  • kleur van de lucht
  • Zin: Mijn broek is blauw.
  •  zin: De blauwe zee is mooi.

Slide 16 - Slide

Wat is blauw?

Slide 17 - Mind map

ander
  • niet deze
  • niet hetzelfde
  • zin: Ik woon nu in een ander huis.
  • zin: Deze jas is van een ander.
4

Slide 18 - Slide

de bank
  • grote stoel voor twee of meer personen
  • de bank - de banken
  • het bankje
  • zin: Ik zit op de bank en kijk tv.
  • zin: Hij valt op de bank in slaap.
5

Slide 19 - Slide

Wat is rood?

Slide 20 - Mind map

het bed
  • slaapplaats 
  • het bed - de bedden
  • het bedje
  • zin: In mijn slaapkamer staat een groot bed.
  • zin: Het is 11 uur, ik ga naar bed.
6

Slide 21 - Slide

beneden
  • plaats is lager
  • boven <---> beneden
  • zin: Ik loop naar beneden.
  • zin: De bal rolt naar beneden.
7

Slide 22 - Slide

Ik hang mijn foto ............. de muur boven mijn ...........

Slide 23 - Open question

Wat is geel?

Slide 24 - Mind map

A - Ik ga naar de bank om geld te halen.
B - Ik ga lekker op een bank zitten.
C - Ik lig op de bank als ik moe ben.
A
A - goed B - fout C - goed
B
A - goed B - goed C - goed
C
A - fout B - goed C - goed
D
A - goed B - goed C - fout

Slide 25 - Quiz

Wat is groen?

Slide 26 - Mind map

A - Ik wil een .............. boek lezen.
B - Ik ren ............... hem aan.
C - Ben je nu .......... klaar?
A
A - ander B - agter C - al
B
A - andere B - achter C - al
C
A - ander B - achter C - al
D
A - ander B - al C - achter

Slide 27 - Quiz

Wat is roze?

Slide 28 - Mind map

timer
1:00
Hoeveel uur lig jij in bed?

Slide 29 - Mind map

Wat is oranje?

Slide 30 - Mind map

Met de klok mee
vanaf beneden:

7
Dag 1
A
groen - geel - oranje - rood - roze - blauw
B
rood - roze - blauw - geel - groen - oranje
C
rood - roze - groen - blauw - geel - oranje
D
groen - blauw - paars- rood - oranje- geel

Slide 31 - Quiz

Wat hoort er bij: 
beneden?

Slide 32 - Drag question

Dictee

Slide 33 - Slide

Dictee
- Je luistert naar de docent
- Je bent stil 

Ben je klaar met je dictee? Lever je dictee in bij de docent.
--> Ga verder met DISK online thema 3: 
- bronnen
- bouwstenen
- woordenlijst

Slide 34 - Slide