Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoorden staan aan het begin van een
bijvoeglijke bijzin. Een voorbeeld van een zin met een betrekkelijk voornaamwoord: ‘
De som die ik net heb gemaakt’.
In deze zin is ‘die’ het betrekkelijk voornaamwoord.
‘De som’ is het antecedent, hetgeen waar ‘die’ naar verwijst.