Remediëring De economische omgeving

De economische omgeving
1. Economische groei en welvaart
2. Economische groei
3. Conjunctuur
4. Indicatoren van de conjunctuur in België
5. Economische sectoren
6. Productiefactoren
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De economische omgeving
1. Economische groei en welvaart
2. Economische groei
3. Conjunctuur
4. Indicatoren van de conjunctuur in België
5. Economische sectoren
6. Productiefactoren

Slide 1 - Slide

1.Economische groei en welvaart
1. Behoeften en welvaart 
2. Bruto binnenlands product

Slide 2 - Slide

Behoeftenpyramide van Maslow: wat is de volgorde van behoeften volgens Maslow? De eerste die vervuld moet worden onderaan, de laatste bovenaan.
Lichamelijke behoeften
Veiligheid en zekerheid
Zelfontplooiing
Erkenning en waardering
Behoefte aan sociaal contact

Slide 3 - Drag question

Pyramide van Maslow

Slide 4 - Drag question

Economie bestudeert de optimale verdeling van ____________
middelen om zoveel mogelijk behoeften te kunnen vervullen.
Bij het gebruik van schaarse middelen dienen keuzes gemaakt te worden. We noemen dit het ___________________.
Hoe groter de hoeveelheid goederen, hoe meer behoeften we kunnen bevredigen, hoe groter de ____________________

Slide 5 - Slide

Noteer de ontbrekende woorden uit de vorige slide.

Slide 6 - Open question

Wat is geen kenmerk van ontwikkeling?
A
bnp
B
urbanisatiegraad
C
cultuur
D
welzijn

Slide 7 - Quiz

Human Development Index
► Het ontwikkelingspeil  kun je weergeven met een rapportcijfer met het gemiddelde van: 
- inkomen: bnp
- gezondheid: levensverwachting
- onderwijs: aantal jaren school 

Hoe hoger het getal (->1): hoe hoger het ontwikkelingspeil

Slide 8 - Slide

Wat betekent HDI
A
Human developing Income
B
Human development Index
C
High Development Index
D
Human Dominating Index

Slide 9 - Quiz

Bruto binnenlands product
Bruto: het gaat om alle investeringen, zowel vervangings- als uitbreidingsinvesteringen.
Binnenlands: het gaat over alles wat geproduceerd wordt binnen het grondgebied van een land of regio.
Product: het gaat om de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten.

Slide 10 - Slide

Voor nominale groei => kijken naar groei in BBP (zitten de prijsstijgingen ook in)
Voor reële groei => kijken naar groei in volume (dan dus geen effect van inflatie)

Reëel: Nieuw volume tegen oude prijzen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

2. Economische groei

Slide 14 - Slide

Uitleg
Economische groei: hoeveel het BBP procentueel gegroeid is t.o.v. het jaar ervoor. Als het gedaald is => Economische krimp.

Onderscheid nominale en reële groei.
Nominale groei => zonder rekening te houden met inflatie
Reële groei => gecorrigeerd voor inflatie

Slide 15 - Slide

3. Conjunctuur

Slide 16 - Slide

Wat is conjunctuur?
De schommelingen van de bestedingen ten opzichten van de productiecapaciteit. 

Slide 17 - Slide

Vier fases van conjunctuur

Expansie: de productie en economische groei nemen toe. 
Recessie: De economie blijft groeien maar in een lager tempo.  
Crisis: de economie krimpt, productie en economische groei nemen af. 
Herstel: de economie bereikt een dieptepunt met een depressie en begint nadien weer aan te trekken. 

Slide 18 - Slide

De gemiddelde groei van de economie noem je:
A
De structuur
B
De trend
C
De conjunctuur
D
De recessie

Slide 19 - Quiz

Consumenten kopen minder goederen en diensten
A
De conjunctuur verbeterd zich
B
De conjunctuur verzwakt nog meer

Slide 20 - Quiz

Uit welke vier fases bestaat een conjunctuur?

Slide 21 - Open question

Welke kenmerken horen bij een hoogconjunctuur?
A
Kans op onderbesteding, hoge bezettingsgraad en conjuncturele werkloosheid
B
Kans op onderbesteding, lage bezettingsgraad en conjuncturele werkloosheid
C
Kans op overbesteding, hoge bezettingsgraad en bestedingsinflatie
D
Kans op overbesteding, lage bezettingsgraad en deflatie

Slide 22 - Quiz

4. Conjunctuurindicatoren

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

5. De economische sectoren

Slide 25 - Slide

4 economische sectoren
Primaire sector ==> zorgen voor grondstof
                                          + ontginnen van grondstof
Secundaire sector => verwerken van grondstof
Tertiaire sector => verkopen (G of D) om winst te maken
Quartaire sector => zorgen voor welzijn

Slide 26 - Slide

Primaire 
sector
Secundaire
sector
Tertiaire
sector
Quartaire
sector

Slide 27 - Drag question

6. De productiefactoren

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 30 - Drag question

water
Arbeid
Kapitaal
Ondernemerschap
Natuur
grondstoffen
zonlicht
lichamelijke inspanning
geestelijke inspanning
gebouwen
machines
voertuigen
winst

Slide 31 - Drag question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 32 - Drag question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 33 - Drag question

Zijn er nog vragen?

Slide 34 - Open question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 35 - Drag question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 36 - Drag question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 37 - Drag question

Beloning productiefactoren
Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Winst
Pacht
Huur
Loon

Slide 38 - Drag question