Hoofdstuk 1

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

      Leerdoelen

1. Ik weet diverse ruimtelijke figuren te benomen en te herkennen
   
2. Ik weet wat een vierkant en een kubus is en kan de kenmerken benoemen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Flashcards uitdelen. 

Vragen stellen over kenmerken van vlakke figuren. 

Wat is het verschil tussen een vierkant en een rechthoek.

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Uit hoeveel vlakke figuren bestaat deze figuur?

Ruimtefiguren

Definitie: Ruimtefiguren zijn gesloten figuren in de ruimte die een diepte hebben. De grensvlakken zijn platte en/of gebogen vlakken (vlakke figuren).

Kenmerken

Ruimtelijke Figuren

Kenmerken van een Kubus

Figuur

Vlakken

Ribben

Hoekpunten

Paragraaf Toets

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

      Leerdoelen

1. Ik weet wat een rechthoek en een balk is en kan de kenmerken benoemen
2. Ik weet wat een cirkel is en wat een cilinder is en kan de kenmerken benoemen
   
3. Ik weet wat een straal, diameter en middellijn is
   
4. Ik weet wat een veelhoek is
   
5. Ik weet wat een diagonaal is en kan deze tekenen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Paragraaf Toets

Paragraaf Toets

Paragraaf Toets

Paragraaf Toets

Maken

Opgaven:

30 en 32

Pagina:

22 t/m 23

Paragraaf Toets

Cirkel & Cilinder

Cirkel & Cilinder

Cirkel & Cilinder

Cirkel & Cilinder

Straal = 3 cm

Diameter = ?

Diameter = 9 m

Straal = ?

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Stappenplan:

1. Teken een middelpunt

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Stappenplan:

1. Teken een middelpunt

2. Zet het metalen punt van de passer op 

het punt. 

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Stappenplan:

1. Teken een middelpunt

2. Zet het metalen punt van de passer op 

het punt. 

3. Kies de breedte van de passer (de straal)

Cirkel & Cilinder

Een cirkel teken je met een passer. 

Stappenplan:

1. Teken een middelpunt

2. Zet het metalen punt van de passer op 

het punt. 

3. Kies de breedte van de passer (de straal)

4. Hou de passer stevig vast en teken 

een cirkel

Cirkel & Cilinder

Teken een cirkel met middelpunt A en straal 4 cm. 

Stappenplan:

1. Teken een middelpunt

2. Zet het metalen punt van de passer op 

het punt. 

3. Kies de breedte van de passer (de straal)

4. Hou de passer stevig vast en teken 

een cirkel

Veelhoek & Prisma

Prisma: 

• Grondvlak: twee gelijke en evenwijdige vlakken (veelhoek) 
• Zijvlakken: een aantal andere grensvlakken (rechthoeken)

Veelhoek (Grondvlak)

Diagonalen in Veelhoeken

Definitie:

Een lijn die een hoek met

de tegenovergestelde hoek verbindt. 

Diagonalen in Veelhoeken

Definitie:

Een lijn die een hoek met

de tegenovergestelde hoek verbindt.

Hoe heet deze figuur?

Hoeveel diagonalen kan je tekenen?

Diagonalen in Veelhoeken

Definitie:

Een lijn die een hoek met

de tegenovergestelde hoek verbindt.

Hoe heet deze figuur?

Hoeveel diagonalen kan je tekenen?

Huiswerk

Opgaven:

36, 45, 51, 56, 62, 63

Pagina:

24 t/m 33

    Begrippen deze week

• Vlakke Figuren
• Ruimtelijke Figuren
• Figuur Tekenen
• Diagonalen
• Diameter en Straal 
• Polygoon (Veelhoek)

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

      Leerdoelen

1. Ik weet diverse ruimtelijke figuren te benomen en te herkennen
   
2. Ik weet wat een vierkant en een kubus is en kan de kenmerken benoemen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Maken

Opgaven:

36, 45, 51, 56, 62, 63

Pagina:

24 t/m 33

      Leerdoelen

1. Ik weet diverse ruimtelijke figuren te benomen en te herkennen
   
2. Ik weet wat een vierkant en een kubus is en kan de kenmerken benoemen
   
3. Ik weet wat een rechthoek en een balk is en kan de kenmerken benoemen
4. Ik weet wat een cirkel is en wat een cilinder is en kan de kenmerken benoemen
   
5. Ik weet wat een straal, diameter en middellijn is
   
6. Ik weet wat een veelhoek is
   
7. Ik weet wat een diagonaal is en kan deze tekenen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Afsluiting

Welk leerdoel heb jij behaald vandaag?

   Duim omhoog = ik kan het!

   Duim omlaag = ik vind het nog moelijk.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.