Woordsoorten en Spelling

Woordsoorten 
A2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Woordsoorten 
A2

Slide 1 - Slide

Wat is het wederkerend voornaamwoord in de zin

'Jan vroeg Karel of die zichzelf herkende op de politiefoto’s.'
A
die
B
zichzelf

Slide 2 - Quiz

Welk woordsoort is 'mekaar' in de zin:
'Laten mekaar nou niet voor de gek houden.'
A
bijvoeglijk naamwoord
B
wederkerend voornaamwoord
C
wederkerig voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat het werkwoord in de zin;

'Over een paar jaar zou men opnieuw onderzoeken moeten doen.'
A
ovt
B
ovtt
C
vtt
D
vvtt

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat het werkwoord in de zin:

'Inderdaad hebben medicijnen veel verstoord in de onderwaterwereld.'
A
vtt
B
vvt
C
ott
D
ovt

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je de getallen die op het plaatje staan?
A
bepaald rangtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
onbepaald rangtelwoord
D
bepaald hoofdtelwoord

Slide 6 - Quiz

Voegwoorden

Slide 7 - Mind map

Een onderschikkend voegwoord verbindt .....
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
een bijzin en een hoofdzin

Slide 8 - Quiz

I

Slide 9 - Mind map

IBe....... Beheers je de lesstof over de woordsoorten?

Benoem de kleur waar je staat.

Slide 10 - Open question

Zijn er nog vragen?
Stel ze hier.

Slide 11 - Open question