Tijdvak 3 herhaling

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Quiz havo 4 

Wij gaan quizzen, quizzen, quizzen!

Tijdvak 3 is de periode ….

1. 500-1000
2. 1500-1600
3. 1000-1500
4. 3000 v.C. - 500 n.C.

Wat is een kalief?

1. Een koning
2. De moslims uit Spanje en Portugal
3. Een machthebber
4. De opvolger van de profeet Mohammed

Welke zin is juist?

1. De sjiieten zijn de nakomelingen van Mohammed
2. De soennieten zijn volgelingen van Ali, de neef van Mohammed
3. De soennieten zijn de nakomelingen van Mohammed
4. De sjiieten zijn de meerderheid van de huidige moslims

Welke zin is juist?

1. De Islam is een oudere religie dan het Jodendom
2. Arabieren vermoordden alle andersgelovigen
3. Arabieren hadden weinig beschaving.
4. Arabieren waren tamelijk tolerant bij andersgelovigen

De Mezquita in Cordoba (Spanje) is …..

1. Een tempel
2. Een vervelende mug die in de nacht rond je neus zoemt
3. Een moskee
4. Een handelsplek

In tijdvak 3 gaat West-Europa van een landbouwstedelijke samenleving naar een …..

1. Industriële samenleving
2. Landbouwsamenleving
3. Sedentaire levenswijze
4. Informatiesamenleving

Wat betekent autarkisch?

1. Op dezelfde plek wonen
2. Dat je enorm sterk bent.
3. Rondtrekken en handel drijven met andere steden
4. Leven van de eigen opbrengst en weinig contact met de buitenwereld

horige boer --> deel van de oogst + herendiensten
landheer --> landbouwgrond + bescherming

Welk systeem is dit?

1. Hofstelsel
2. Vraag en aanbod
3. Vrije markt
4. Feodalisme

Wat zijn herendiensten eigenlijk?

1. diensten van een heer
2. klusjes die de horige boer doet voor de landheer
3. dat landheren de leenheer moeten gehoorzamen
4. kerkdiensten alleen voor heren

Het feodalisme heeft te maken met:

1. politiek (besturen)
2. economie (landopbrengst)

De leenman kreeg een stuk grond van de leenheer.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een ander woord voor feodalisme?

1. Er is geen ander woord voor feodalisme
2. Hofstelsel
3. Leenstelsel
4. Herenstelsel

Wat is de juiste hiërarchische volgorde binnen de katholieke kerk?

1. Priester - paus - bisschop
2. Paus - priester - bisschop
3. Bisschop - priester - paus
4. Paus - bisschop - priester

Wie waren de eerste personen die het christendom verspreidde?

1. pausen
2. priesters
3. monniken
4. koningen

Hoe noemen we iemand die het christelijk geloof verspreid?

1. een bekeerling
2. een missionaris
3. een gekerstende
4. een missieheer

Welke wederzijdse beïnvloeding van christenen en heidenen is ONJUIST?

1. Christus' geboortedag (25 december) is hetzelfde als de geboortedag van de zon
2. Maria werd vergeleken met heidense vruchtbaarheidsgodinnen
3. Het Germaanse lentefeest werd het christelijke Pasen
4. Het Nieuwe Testament is gebaseerd op Germaanse teksten

De kenmerkende aspecten! :)
Welk kenmerkend aspect hoort NIET bij tijdvak 3?

1. de verspreiding van de Islam
2. De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom
3. de verspreiding van het Christendom
4. Ontwikkeling van landbouwstedelijk naar landbouwsamenleving