1. Slechte leefomstandigheden. Bijvoorbeeld: achterstandswijk en plattenland
2. Minder strenge normen dan vroeger.
Mensen vinden sommige dingen meer normaal dan vroeger. Zoals elkaar uitschelden of zwart rijden in de tram.
3. Minder sociale controle.
We durven niets te zeggen als er wat gebeurd. De pakkans is kleiner geworden.