Hfst 9, paragraaf 2: Oorzaken van criminaliteit

Welkom in de les
Op de grond
Aandacht!!!
Thema criminaliteit 
tekstboek: blz. 140 en 141 


Boek en werkboek op tafel 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom in de les
Op de grond
Aandacht!!!
Thema criminaliteit 
tekstboek: blz. 140 en 141 


Boek en werkboek op tafel 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Gezamenlijk:
Instructie paragraaf 2
uitleg mondeling 

Individueel:
Maken werkboek paragraaf 2


Gezamenlijk:
Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Overtreding of misdrijf? 
Overtreding 


Misdrijf 

Slide 3 - Slide

Leerdoel

Je kan de risicofactoren van criminaliteit benoemen.


Je kan de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit benoemen. 

Slide 4 - Slide

Oorzaken criminaliteit
Criminaliteit kent niet 1 oorzaak. Maar er zijn verschillende risicofactoren.

Risicofactoren: Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten. 

Slide 5 - Slide

Risicofactoren:
- Slechte opvoeding

- Groepsdruk

- Alcohol of drugs

- Spijbelen of schooluitval


Slide 6 - Slide

Slechte opvoeding

Jongeren leren thuis de verkeerde normen en waarden.

Bijvoorbeeld stelen, slaan, geen respect.

Slide 7 - Slide

Groepsdruk

Je wordt beïnvloed door de groep waar je mee omgaat.


Je denkt dat je iets ook moet doen omdat je anders bang bent dat je er niet bij hoort. 

Slide 8 - Slide

Alcohol en drugs
Verslaving zorgt er voor dat mensen misdrijven en overtredingen plegen

Bijvoorbeeld: Diefstal, berovingen, gebruik van verboden middelen 

Slide 9 - Slide

Spijbelen/
 schooluitval 
Jongeren zonder diploma komen vaker in aanmerking met justitie.

bijvoorbeeld: vandalisme 

Slide 10 - Slide

Maatschappelijke 
oorzaken
1. Slechte leefomstandigheden. 
Bijvoorbeeld: achterstandswijk en plattenland

2. Minder strenge normen dan vroeger. 
Mensen vinden sommige dingen meer normaal dan vroeger. Zoals elkaar uitschelden of zwart rijden in de tram.

3. Minder sociale controle.
We durven niets te zeggen als er wat gebeurd.  De pakkans is kleiner geworden. 

Waar je woont heeft alles te maken of de kans dat je crimineel wordt of iets doet wat niet mag veel groter is.
We zijn steeds minder aardig naar elkaar. vandar dat de overheid ook is begonnen met de actie
#doeislief.....

Slide 11 - Slide

Mondeling maatschappelijk probleem
Wanneer: Midden mei
Wat: Maatschappelijk probleem, probleem voor veel mensen, je kiest zelf een probleem. 
Je gaat over je probleem informatie opzoeken
Mondeling met docent, duurt ongeveer 10 minuten. 
Dit is 1 op 1. 

Kijk eens bij paragraaf 1.4 
Daar staat wat een maatschappelijk probleem is. 

Slide 12 - Slide

ZELFSTANDIG
WAT:
Maken van je werkboek paragraaf 9.2
of
Werken aan je maatschappelijk probleem

HOE: 
Zelfstandig, overleggen op fluistertoon

TIJD:
20 minuten 


zelfstandig, overleggen op fluistertoon
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Leerdoel

Je kan de risicofactoren van criminaliteit benoemen.


Je kan de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit benoemen. 

Slide 14 - Slide

Welke redenen worden genoemd in de video waardoor jongeren in de criminaliteit belanden?

Slide 15 - Open question

Jongeren vormen een risicogroep voor criminele activiteiten. Waarom is dit denk jij?

Slide 16 - Open question

welke drie maatschappelijke oorzaken kennen we waardoor de kans groter is dat je crimineel wordt?

Slide 17 - Open question

Als je naar alle oorzaken kijkt, wie zou er dan in de samenleving het meeste kans hebben om crimineel te worden?

Slide 18 - Open question

Wat is de betekenis van risicofactoren?
A
Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag verkleinen
B
Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
C
Omstandigheden die ervoor zorgen dat je crimineel wordt.
D
Omstandigheden die ervoor zorgen dat je nooit iets fout doet.

Slide 19 - Quiz

Benoem de vijf risicofactoren die de kans op crimineel gedrag kunnen vergroten.

Slide 20 - Open question

Groepsdruk heeft te maken met het gevoel dat je iets moet doen om erbij te horen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Waarom kunnen alcohol en drugs de kans op crimineel gedrag verhogen?

Slide 22 - Open question

Komen jongeren die spijbelen of van school gaan zonder diploma sneller in aanraking met justitie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Als je bij iemand de risicofactoren herkent, betekent dit dan meteen dat diegene crimineel word? Waarom wel of waarom niet, leg uit.

Slide 24 - Open question