Les 21-09-2020, paragraaf 4.1 en begin 4.2

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Slide

Aan de slag!
Wat? Keuzewerktijd 
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
20:00

Slide 2 - Slide

Wat voor werk doet jou vader en/of moeder?

Slide 3 - Open question

En wat wil jij later voor werk doen?

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen:
1. Je kan de omzet berekenen
2. Je kan de brutowinst berekenen.
3. Je kan de nettowinst berekenen.

HUISWERK: Opdrachten 4.1 t/m 4.9

Slide 5 - Slide

Loondienst <-> zelfstandige
  1. In loondienst heb je als werknemer een arbeidsovereenkomst met je werkgever.
    --> Afgesproken loon, recht op vakantiedagen en vakantiegeld. Ook ben je zeker van geld bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
  2. Zelfstandigen hebben hun eigen onderneming. De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen. Een deel van de ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp'er (zelfstandig zonder personeel)

Slide 6 - Slide

H 4.1

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lieuwe wil ZZP’er worden en wil broodjes verkopen in de aula van het Aletta Jacobs College. In de pauze verwacht hij 43 frikandellenbroodjes voor € 1,20 per stuk te verkopen. Bereken de verwachte omzet.

Slide 9 - Open question

Perfecte antwoord:
43 frikandellenbroodjes x € 1,20 per stuk = € 51,60 verwachte omzet

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lieuwe verwacht een omzet van €51,60 aan frikandellenbroodjes. De inkoopprijs van de frikandellenbroodjes is € 0,75 per stuk. Bereken de verwachte brutowinst.

Slide 12 - Open question

Perfecte antwoord
Inkoopwaarde van de omzet: 
43 frikandellenbroodjes x € 0,75 = € 32,25

Brutowinst = omzet – inkoopwaarde van de omzet
Verwachte Brutowinst = € 51,60 – € 32,25 = € 19,35

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lieuwe verwacht dus een brutowinst van €19,35. Hij heeft berekend dat zijn verwachte bedrijfskosten per dag € 10,- zijn. Bereken de verwachte nettowinst van Lieuwe.

Slide 16 - Open question

Perfecte antwoord
Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten
Verwachte nettowinst = € 19,35 – € 10,- = € 9,35.

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 4.1 t/m 4.9
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in hoofdstuk 4

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Fc Groningen speelt volgende week een oefenwedstrijd tegen Sc Heerenveen. De kaartjes voor deze wedstrijd zijn € 10,- per stuk. Per kaartje zijn er weinig inkoopkosten, alleen het ticket moet uitgeprint worden en er zijn administratieve kosten per kaartje. De inkoopprijs voor een kaartje is € 0,80. Er zijn nog wel andere kosten verbonden aan het laten spelen van deze wedstrijd. Er moet personeel, gas, water en elektra betaald worden. De kosten hiervoor zijn € 95.000. Fc Groningen verwacht vooraf 10.000 kaartjes te verkopen.
Bereken de verwachte nettowinst.

Slide 19 - Slide

Wat is de nettowinst?

Slide 20 - Slide

Perfecte antwoord

Omzet:                                       € 100.000,- = € 10,- x 10.000 kaartjes
Inkoopwaarde vd omzet:  € 8.000,- _ = € 0,80 x 10.000 kaartjes
Brutowinst:                              € 92.000,-
Bedrijfskosten:                      € 95.000,-
nettoverlies:                           - € 3.000,-

Slide 21 - Slide