1vwo herhaling lezen NN H1, H2 en H5 + H3 nieuw

Lezen
Herhaling
H1
H2
en H5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen
Herhaling
H1
H2
en H5

Slide 1 - Slide

Beantwoord de vragen bij H1
H1 p12: Het onderwerp van een tekst
1. Waarom is het belangrijk om te weten wat het onderwerp van een tekst is? (voordat je 'm helemaal leest?)
2. Hoe moet je een tekst lezen om het onderwerp te vinden?
3. Wat zijn alinea's?
4. Wat doe je als je leest op de manier van vraag 2?
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Waarom is het belangrijk het onderwerp te weten voordat je een tekst helemaal gaat lezen?
A
Dan weet je waar het over gaat
B
Dan begrijp je de tekst beter
C
Dan kun je vast informatie opzoeken
D
Dan kun je je oriënteren

Slide 3 - Quiz

Wat zijn alinea's?
A
Kleine stukjes waarin de tekst verdeeld is
B
4 zinnen over een onderwerp
C
Regels van de tekst
D
Tussenkopjes

Slide 4 - Quiz

Hoe moet je een tekst lezen om het onderwerp te vinden?
A
Zoekend
B
Precies
C
Oriënterend
D
Globaal

Slide 5 - Quiz

Wat doe je bij oriënterend lezen?
A
De tekst heel precies lezen
B
Elke eerste en laatste zin van een alinea lezen
C
Je zoekt dan informatie in de tekst
D
De tekst als geheel bekijken en de eerste alinea lezen

Slide 6 - Quiz

Beantwoord de vragen bij H2
H2 Deelonderwerpen pagina 44/45
1. Wat zijn deelonderwerpen
2. Waar vind je de deelonderwerpen meestal in de tekst?
Kies uit: inleiding, middenstuk of het slot.
3. Hoe vind je deelonderwerpen in de tekst en welke manier van lezen gebruik je daarbij?
4. Wat doe je als je deze manier van lezen toepast?
timer
2:30

Slide 7 - Slide

Wat zijn deelonderwerpen?
A
Verschillende aspecten (kanten/delen) van het onderwerp
B
Het belangrijkste wat over een onderwerp gezegd wordt
C
Alinea's over partijen, verkiezingen en de tweede kamer
D
Tekstgedeeltes, zoals inleiding en slot

Slide 8 - Quiz

Waar vind je deelonderwerpen vooral?
A
titel
B
inleiding
C
middenstuk
D
slot

Slide 9 - Quiz

Hoe vind je de deelonderwerpen?
A
Lees de tekst heel precies
B
Lees de tekst zoekend door
C
Lees de tekst globaal door
D
Lees de tekst oriënterend door

Slide 10 - Quiz

Wat doe je bij globaal lezen?
A
De tekst heel precies lezen
B
Elke eerste en laatste zin van een alinea lezen
C
Je zoekt dan informatie in de tekst
D
De tekst als geheel bekijken en de eerste alinea lezen

Slide 11 - Quiz

Om de prijs van een bioscoopkaartje te achterhalen ga je op de website van de bioscoop:
A
precies lezen
B
oriënterend lezen
C
zoekend lezen
D
globaal lezen

Slide 12 - Quiz

Beantwoord de vraag bij H5
H5 tekstdoelen, pagina 140
1. Welke vier tekstdoelen ken je?
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Welke tekstdoelen zijn er?
A
amuseren, informeren, overtuigen en verleiden
B
amuseren, informeren, overhalen en pakken
C
amuseren, informeren, overtuigen en activeren
D
informeren, overtuigen, activeren en verleiden

Slide 14 - Quiz

Wat is een column?
A
naam van een tijdschrift
B
vaste rubriek in krant of tijdschrift
C
soort nieuwsbericht
D
ingezonden brief

Slide 15 - Quiz

Welk twee tekstdoelen passen bij de tekstsoort: column?
A
overtuigen en activeren
B
informeren en amuseren
C
amuseren en verleiden
D
overtuigen en amuseren

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het tekstdoel: activeren?
A
je mening overbrengen
B
informatie geven
C
zorgen dat iemand iets gaat doen
D
ingespannen bezig zijn

Slide 17 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een instructie?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recensie?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 19 - Quiz

Nieuw in hoofdstuk 3
Inleiding
Slot 
Hoofdgedacht

Slide 20 - Slide

Inleiding
  • Het eerste deel van de tekst
  • Vaak 1, 2 of 3 alinea's
  • De inleiding maakt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
  • Vaak een anekdote (kort verhaaltje), voorbeeld of iets uit het nieuws. 

Slide 21 - Slide

Slot
  • Het laatste deel van de tekst
  • Vaak een conclusie of samenvatting
  • Nieuwsberichten en informatieve teksten hebben vaak geen slot. 

Slide 22 - Slide

Hoofdgedachte
  • Een samenvatting van de tekst in een volledige zin.
  • Staat vaak in inleiding of slot. 
  • Soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren. 
  • Om de hoofdgedachte te vinden, moet je precies lezen.

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Maak H3 lezen opdracht 1.
Werk op papier, in je boek, dan kun je dingen in de tekst aanstrepen.

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Woensdag:
  • Maak af: H5 formuleren
  • Maak af: H3 lezen opdracht 1
Vrijdag:
  • Maak het boekfilmpje af en lever het in (je hebt dus 2 dagen uitstel)

Slide 25 - Slide