T2 Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Normaal gesproken staat het bijvoeglijk naamwoord in het Frans:
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Quiz

Normaal gesproken staat het bijvoeglijk naamwoord ACHTER het zelfstandig naamwoord
un
Normaal gesproken staat het bijvoeglijk naamwoord ACHTER het zelfstandig naamwoord
un jean bleu
une fille moche
un garçon intelligent

Slide 3 - Slide

een gele trui
A
un jaune pull
B
un pull jaune

Slide 4 - Quiz

Vertaal nu zelf:
een rode spijkerbroek

Slide 5 - Open question

Een groepje bijvoeglijk naamwoorden komt voor het zelfstandig naamwoord
beau  -  bon  -  joli
haut  -  long  -  petit
jeune  - vaste  -  grand
vieux  - mauvais  -  méchant
autre  -  gros
large  - nouveau
(+ alle rangtelwoorden)

Slide 6 - Slide

Vorm
Een bijvoeglijk naamwoord past zich aan het zelfstandig naamwoord aan.

Slide 7 - Slide

Welke letter(s) komt/komen er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord VROUWELIJK ENKELVOUD IS?

Slide 8 - Open question

Welke letter(s) komt/komen er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord MANNELIJK MEERVOUD is?

Slide 9 - Open question

Welke letter(s) komt/komen er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord VROUWELIJK MEERVOUD is?

Slide 10 - Open question

Dus:
un jean bleu
une robe bleue
des jeans bleus
des robes bleues

Let op: woorden met een e / s
Onregelmatige vormen!

Slide 11 - Slide

een grijze blouse
A
une chemise gris
B
une chemise grise
C
une gris chemis
D
une grise chemise

Slide 12 - Quiz

een leuk meisje
A
une fille joli
B
une fille jolie
C
une joli fille
D
une jolie fille

Slide 13 - Quiz

twee intelligente jongens

Slide 14 - Open question