§ 4.1 De wereld van de waterschappen

1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat waterschappen zijn en wat hun taken zijn.
  • Je kunt enkele projecten noemen die de waterschappen uitvoeren.
  • Je kent het overstromingsrisico in Nederland.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht 1
De wereld van de waterschappen



1 a Het antwoord is afhankelijk van je woonplaats. In Enschede is het bijvoorbeeld waterschap Vechtstromen.
b Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- ja, want ik wil mee kunnen bepalen welke keuzes het waterschap maakt.
- Of nee, want ik ga ervan uit dat het waterschap zijn werk goed uitvoert. 



Slide 4 - Slide

Opdracht 2
a Er ontbreekt een natuurlijke barrière van strand en duinen (toelichting: deze zijn bij een storm in 1421, de Sint-Elisabethsvloed, weggeslagen). Zonder kustverdediging zouden er daarom vaak overstromingen plaatsvinden.

b Het is niet bekend hoeveel de zeespiegel gaat stijgen door klimaatverandering. Bovendien zullen de duinen en het strand door stormen aangetast worden. Ze worden in de loop van de tijd dus minder betrouwbaar. 

Slide 5 - Slide

Opdracht 3
a Door irrigatie wordt water onttrokken aan de bodem. Als dat te veel gebeurt, daalt de grondwaterstand.

b (Naald)bossen verbruiken veel meer water dan heide. Hierdoor daalt de grondwaterstand.
c Boeren kunnen water uit diepere lagen pompen om te irrigeren.
In een natuurgebied moeten planten en bomen met hun wortels zelf bij het water zien te komen. Of dat lukt, hangt af van de lengte van de wortels. 


Slide 6 - Slide

Opdracht 4
A – 3

B – 2
C – 1  

Slide 7 - Slide

Opdracht 5
a eens in de 1.250 jaar.

b Voorbeelden van goede antwoorden, twee redenen noemen:
- Noord- en Zuid-Holland liggen dicht bij zee.
- Noord- en Zuid-Holland behoren tot de laagstgelegen gebieden van Nederland.- In Noord- en Zuid-Holland is de bevolkingsdichtheid er het grootst. c Er zijn allerlei manieren te bedenken. Voorbeelden van goede antwoorden:– drijvende huizen bouwen– de belangrijkste gebouwen op palen bouwen– minder bouwen in overstromingsgevoelige gebieden
– rivieren uitdiepen. 








Slide 8 - Slide

Opdracht 6
a Voorbeelden van goede antwoorden:

– Extreem weer is moeilijk te voorspellen en kan heviger zijn dan verwacht.
– De mate van klimaatverandering zijn moeilijk te voorspellen, het kan sneller gaan dan verwacht.
b Voorbeelden van goede antwoorden:
– Er kunnen fouten gemaakt worden in de constructie van waterkeringen of bij het onderhoud.– Bovendien wordt bij de constructie van de waterkeringen een bepaald risico acceptabel gevonden (zie bron 3).
– Klimaatveranderingen kunnen verkeerd ingeschat worden. 





Slide 9 - Slide

Opdracht 6
c Eigen antwoord:

Bijvoorbeeld: ik vind dat terecht, want 100% veiligheid kun je nooit garanderen en de kosten om dat na te streven zouden veel te hoog worden.
Bijvoorbeeld: ik vind dat niet terecht, want een kans van 1 op 10.000 kan ook betekenen dat er binnen enkele jaren een overstroming plaatsvindt. Het aantal slachtoffers en de schade zijn niet in geld uit te drukken. 

Slide 10 - Slide