V6 31 maart '23

v.842: hoc corpore
Verklaar het gebruik van de abl.
A
abl. van plaats
B
non + abl.
C
abl. comparationis
D
abl. absolutus
1 / 28
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

v.842: hoc corpore
Verklaar het gebruik van de abl.
A
abl. van plaats
B
non + abl.
C
abl. comparationis
D
abl. absolutus

Slide 1 - Quiz

Welke mythen heb je voor het pensum in het Latijn gelezen? Je mag de hoofdpersoon noemen.

Slide 2 - Open question

Oude CSE's Ovidius
  • Map in studiewijzers ELO
  • jaartal, tijdvak
  • v, t, c: vragenboekje, tekstboekje, correctievoorschrift
  • Zie www.stilus.nl voor addenda/corrigenda bij correctievoorschrift

Slide 3 - Slide

Soorten vragen
  • Andere teksten, vergelijkbare vragen.
  • Lees de vragen door, bedenk wat er van je gevraagd wordt.

Slide 4 - Slide

Achtergronden:
  • Biografische gegevens (zijn er niet zo veel) 
  • 43 v.Chr / 18 n.Chr.
  • Burgeroorlog
  • Augustus - cultuurpolitiek
  • Andere werken van Ovidius (o.a. Ars Amatoria, Tristia)
  • Ballingschap
  • Grijze blokken examenbundel

Slide 5 - Slide

Genre:
  • Literaire traditie -> o.a. Alexandrijnse poëzie
  • Wel epos?
  • Geen epos?
  • Imitatio, aemulatio (Homeros, Vergilius)
  • Poeta doctus

Slide 6 - Slide

Metrum
  • congruentie: abl / nom
  • illustratief bij inhoud: 
- spondee -> langzaam / droevig / loom 
- dactylus -> snel / blij / druk
  • uitgang -ere ipv -erunt vanwege scansie.
  • dichterlijk mv / ev vanwege scansie
NB: een spondeïsch vers bestaat nooit volledig uit spondeeën 

Slide 7 - Slide

Tekstvragen
  • Aanwijzen
  • Beschrijven
  • Verklaren
  • Verbanden leggen binnen en buiten de tekst
 

Slide 8 - Slide

Thema
Titels examenbundels: 
Noodlottige keuzes
Amor dolorque

Goede titels?
Alternatief?

Slide 9 - Slide

Welke titel vind je beter passen bij de verhalen uit de examenbundel?
A
Amor dolorque
B
Noodlottige keuzes

Slide 10 - Quiz

Op welke verhalen is 'Amor dolorque' niet van toepassing?

Slide 11 - Open question

Op welke verhalen is 'Noodlottige keuzes' niet van toepassing?

Slide 12 - Open question

Proefvertaling
Ov. Met XIII vv 839-853 (CSE 2014-2)

Slide 13 - Slide

Inleiding

Slide 14 - Slide

V6 5 april '23
Oefenen met proefvertaling

Slide 15 - Slide

vv. 839-843

Slide 16 - Slide

r.1: Iam, Galatea, veni
A
Ik ben al gekomen, Galatea
B
Kom nu toch, Galatea

Slide 17 - Quiz

veni
  • Ind of imper?
  • Kijk naar context 
  • Twee nevengeschikte zinnen gekoppeld door 'nec'
  • Tweede zin: despice (imp.)
  • Conclusie: veni is imper.

Slide 18 - Slide

r.2: novi
A
1e ev pf v. nosco
B
gen. M. ev v. novus
C
nom. M. mv. v. novus
D
imper. ev. v. novio

Slide 19 - Quiz

novi (r.2) ww of bvnw?
Context: past het ww hier?
Bvnw-> congrueert het?
-que koppelt novi en vidi

Slide 20 - Slide

v.840-841: Pas op: hyperbaton
Noteer de twee woorden die samen het hyperbaton vormen

Slide 21 - Open question

r.840: videnti
Waarmee congrueert het?
A
vidi, novi (v.840)
B
mihi
C
aquae
D
mea forma

Slide 22 - Quiz

r.840: videnti
Verklaar het gebruik van de naamval
A
Genitivus, want het het is van mij (mea)
B
Nom. mv. want zijn vrienden vinden het ook.
C
Dativus, want meewerkend voorwerp.
D
Dativus, want placuit + dat.

Slide 23 - Quiz

v.842: sim
Verklaar het gebruik van de conjunctivus
A
Het is geen conjunctivus
B
Het is een aansporing
C
Het is een wens
D
Het is een afh. vraag

Slide 24 - Quiz

v.845: nesqioquem...Iupiter
Het hyperbaton benadrukt...

A
De macht van Jupiter
B
De vroomheid van Polyphemus
C
De nieuwsgierigheid van Polyphemus
D
De goddeloosheid van Polyphemus

Slide 25 - Quiz

v.844: coma
A
nominativus
B
ablativus
C
genitivus
D
dativus

Slide 26 - Quiz

Wat is het onderwerp bij obumbrat ?(v.845)
A
coma plurima
B
vultus
C
lucus
D
ingesloten

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide