Bier was één van de normaalste drankjes in de middeleeuwen. Het werd dagelijks gedronken door alle klassen van de samenleving in Noord- en Oost Europa, waar het moeilijk tot onmogelijk was om druiven te verbouwen. Hoewel wijn (van allerlei verschillende kwaliteitsniveau's) het meest alledaagse drankje in Zuid-Europa was, was bier zeer populair bij de laagste klasse van de samenleving. Omdat de reinheid van water maar zelden gegarandeerd kon worden, waren alcoholische drankjes zeer populair, aangezien deze tijdens het brouwproces aan de kook zijn geweest.